Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. goedje:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for goedjes from Dutch to Spanish

goedje:

goedje [het ~] noun

  1. het goedje (spullen; dingen; zaakjes; zaken; waar)
    la cosas; el trabajos; la cositas; el productos; la mercancías; el chanchullos; el bienes; el chismes
  2. het goedje (materiaal; spul)
    el material; el chismes; la cosa; la substancia

Translation Matrix for goedje:

NounRelated TranslationsOther Translations
bienes dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken bezitting; inventaris; landgoed
chanchullos dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken broddelwerk; geflikflooi; geklodder; geknoei; gemodder; gerotzooi; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
chismes dingen; goedje; materiaal; spul; spullen; waar; zaakjes; zaken achterklap; apekool; babbeltje; flauwekul; gebabbel; gebeuzel; gekeuvel; geklap; geklep; geklets; gekwebbel; geleuter; gepraat; geroddel; gezwam; gezwets; humbug; klap; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kout; kul; kwaadsprekerij; larie; laster; lastering; lasterpraatje; nonsens; praatje; praatjes; rimram; roddel; roddelpraat; roddels; stof tot gepraat; waanzin; zwartmaken
cosa goedje; materiaal; spul aangelegenheid; affaire; artikel; ding; geval; goed; item; kwestie; object; voorwerp; winkel; winkelzaak; zaak
cosas dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken bezit; bezitting; bezittingen; boedel; eigendom; goederen; have; huisraad; inboedel
cositas dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken dingetjes; futiliteiten; kleine dingen; kleinigheden; kleinigheidjes
material goedje; materiaal; spul materieel; uitrustingsstuk
mercancías dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken artikelen; bedrijf; bezitting; boedel; commercie; goederen; goederenhandel; greep; handel; handelsgoederen; handelswaar; handgreep; handvat; hendel; huisraad; inboedel; kleine onderneming; koopmansgoederen; koopwaar; ladingen; markt; nering; voorwerpen; vrachten; waar; waren; winkelbedrijf; zaak
productos dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken bezit; bezitting; bezittingen; eigendom; goederen; have; uitkomsten
substancia goedje; materiaal; spul
trabajos dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
material koel; materieel; nuchter; stoffelijk; zakelijk

Related Words for "goedje":


Wiktionary Translations for goedje:


Cross Translation:
FromToVia
goedje cosas stuff — miscellaneous items; things
goedje substancia substance — philosophie|fr Ce qui subsister par soi-même, indépendamment de tout accident.

External Machine Translations: