Noun | Related Translations | Other Translations |
atender
|
|
gehoor; gevolg; gevolg geven aan; klaarstaan
|
auxiliar
|
|
hulpkracht; hulpwerkwoord; kantoorbediende; klerk; medewerkster
|
contribuir
|
|
erin brengen; inbrengen
|
servir
|
|
opdienen; serveren
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
asistir
|
assisteren; handreiken
|
assisteren; bijspringen; bijstaan; erbij zijn; helpen; iemand vervangen; iets in te brengen hebben; inbrengen; meehelpen; ondersteunen; seconderen; tegenwoordig zijn; verplegen; verzorgen; weldoen
|
atender
|
assisteren; handreiken
|
aandachtig luisteren; aanhoren; afrekenen; assisteren; beantwoorden; bedienen; belonen; betalen; bezoldigen; bijspringen; bijstaan; dokken; gehoorzamen; helpen; honoreren; iemand vervangen; knoppen bedienen; lonen; luisteren; ondersteunen; ondervragen; opletten; overhoren; salariëren; seconderen; serveren; toehoren; toeluisteren; uithoren; uitvragen; verhoren; verplegen; verzorgen; weldoen; zorg dragen; zorgen; zorgen voor; zorgen voor iets
|
auxiliar
|
assisteren; handreiken
|
bijspringen; iemand vervangen
|
ayudar
|
assisteren; handreiken
|
assisteren; avanceren; bijdragen; bijspringen; bijstaan; doorhelpen; helpen; iemand vervangen; meehelpen; ondersteunen; promoten; seconderen; verder helpen; verderhelpen; vooruithelpen; weldoen
|
colaborar
|
assisteren; handreiken
|
assisteren; bijspringen; bijstaan; coöpereren; helpen; ondersteunen; samenwerken; seconderen; weldoen
|
contribuir
|
assisteren; handreiken
|
bijdragen; iets in te brengen hebben; inbrengen; insturen; intrigeren; inzenden; konkelen; kuipen; meehelpen
|
cooperar
|
assisteren; handreiken
|
assisteren; bijspringen; bijstaan; coöpereren; helpen; meewerken; ondersteunen; samenwerken; seconderen; weldoen
|
secundar
|
assisteren; handreiken
|
motiveren
|
servir
|
assisteren; handreiken
|
aan tafel bedienen; assisteren; bedienen; bijgieten; bijspringen; bijstaan; dienen; dienst doen; doneren; eten opscheppen; gerieven; geven; gunnen; gunst verlenen; helpen; inschenken; intappen; knoppen bedienen; ondersteunen; opdienen; opdissen; opscheppen; schenken; seconderen; serveren; tappen; van dienst zijn; voorschotelen; voorzetten; weldoen
|
socorrer
|
assisteren; handreiken
|
|