Dutch

Detailed Translations for hekken from Dutch to Spanish

hekken:

hekken [de ~] noun, plural

  1. de hekken (omheiningen; beschuttingen; schuttingen)
    la cercas; la vallas

Translation Matrix for hekken:

NounRelated TranslationsOther Translations
cercas beschuttingen; hekken; omheiningen; schuttingen
vallas beschuttingen; hekken; omheiningen; schuttingen

Related Words for "hekken":


hekken form of hek:

hek [het ~] noun

  1. het hek (afscheiding; hekwerk)
    la cosecha; la barandilla; la valla; el tabique; la raya; la reja; la alambrada; la pared divisoria; la mampara; la empalizada; el disparo; el chute; el enmaderamiento; el pequeño tabique; la pared medianera

Translation Matrix for hek:

NounRelated TranslationsOther Translations
alambrada afscheiding; hek; hekwerk afrastering; afscherming; afschutting; begrenzing; hekwerk; omheining; omrastering; prikkeldraadversperring; raster; rastering; rasterwerk; rooster
barandilla afscheiding; hek; hekwerk afschutting; balkonhek; balustrade; handsteun; leuning; railing; trapleuning; trapleuningen
chute afscheiding; hek; hekwerk afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenschot
cosecha afscheiding; hek; hekwerk afscheiding; beschot; druivenoogst; krop; oogst; opbrengst; opbrengst van een gewas; opbrengst van gewas; opeengepakte bladeren; pluk; product; rendement; schot; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenschot; uitkomst; voortbrengsel; wijnoogst
disparo afscheiding; hek; hekwerk afscheiding; beschieting; beschot; geweerschot; schot; schot van een geweer; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenschot
empalizada afscheiding; hek; hekwerk palissade; schutting
enmaderamiento afscheiding; hek; hekwerk afscheiding; beschot; betimmering; houtversiering; lambrisering; schot; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenschot
mampara afscheiding; hek; hekwerk kamerscherm; tochtscherm; tussenmuurtje
pared divisoria afscheiding; hek; hekwerk scheidsmuur; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenwand
pared medianera afscheiding; hek; hekwerk scheidsmuur; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenwand
pequeño tabique afscheiding; hek; hekwerk afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot
raya afscheiding; hek; hekwerk afscheiding; band; beschot; boekdeel; chocolade; chocoladereep; deel; gelid; geluidsniveau; gezichtsrimpel; haal; haarband; haarlint; kras; lijn; linie; lint; pennekras; reep; rij; rimpel; rog; schot; streep; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenschot; volume
reja afscheiding; hek; hekwerk grendels; hekwerk; raster; rastering; rasterwerk; rooster; schutting; spijl; stijl; tralie; traliedeur; traliehek
tabique afscheiding; hek; hekwerk dwarsschot; scheidsmuur; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenwand
valla afscheiding; hek; hekwerk afsluiting; atletiekhekje; barricade; horde; schutting; versperring

Related Words for "hek":


Wiktionary Translations for hek:


Cross Translation:
FromToVia
hek cerca; barda; cerramiento; seto; valla fence — barrier
hek barrera; obstrucción; reja; valla barrièreassemblage de plusieurs pièces de bois ou d'autres matériaux, servir à fermer un passage.

External Machine Translations: