Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. herbenoemd:
  2. herbenoemen:


Dutch

Detailed Translations for herbenoemd from Dutch to Spanish

herbenoemd:

herbenoemd adj

  1. herbenoemd (opnieuw benoemd)

Translation Matrix for herbenoemd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
nombrado de nuevo herbenoemd; opnieuw benoemd

herbenoemen:

herbenoemen verb (herbenoem, herbenoemt, herbenoemde, herbenoemden, herbenoemd)

  1. herbenoemen (herplaatsen; herkiezen; opnieuw benoemen)

Conjugations for herbenoemen:

o.t.t.
  1. herbenoem
  2. herbenoemt
  3. herbenoemt
  4. herbenoemen
  5. herbenoemen
  6. herbenoemen
o.v.t.
  1. herbenoemde
  2. herbenoemde
  3. herbenoemde
  4. herbenoemden
  5. herbenoemden
  6. herbenoemden
v.t.t.
  1. heb herbenoemd
  2. hebt herbenoemd
  3. heeft herbenoemd
  4. hebben herbenoemd
  5. hebben herbenoemd
  6. hebben herbenoemd
v.v.t.
  1. had herbenoemd
  2. had herbenoemd
  3. had herbenoemd
  4. hadden herbenoemd
  5. hadden herbenoemd
  6. hadden herbenoemd
o.t.t.t.
  1. zal herbenoemen
  2. zult herbenoemen
  3. zal herbenoemen
  4. zullen herbenoemen
  5. zullen herbenoemen
  6. zullen herbenoemen
o.v.t.t.
  1. zou herbenoemen
  2. zou herbenoemen
  3. zou herbenoemen
  4. zouden herbenoemen
  5. zouden herbenoemen
  6. zouden herbenoemen
en verder
  1. ben herbenoemd
  2. bent herbenoemd
  3. is herbenoemd
  4. zijn herbenoemd
  5. zijn herbenoemd
  6. zijn herbenoemd
diversen
  1. herbenoem!
  2. herbenoemt!
  3. herbenoemd
  4. herbenoemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for herbenoemen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
designar de nuevo herbenoemen; herkiezen; herplaatsen; opnieuw benoemen
nombrar de nuevo herbenoemen; herkiezen; herplaatsen; opnieuw benoemen
reelegir herbenoemen; herkiezen; herplaatsen; opnieuw benoemen