Dutch
Detailed Translations for hiërarchie from Dutch to Spanish
hiërarchie:
Translation Matrix for hiërarchie:
Noun | Related Translations | Other Translations |
clasificación | hiërarchie; rang; rangorde; volgorde | annexatie; arrangement; assemblage; assembleren; classificatie; indeling; inlijving; karakterisering; klassement; klassenindeling; klassering; montage; opstelling; ordening; rangschikken; rangschikking; samenstelling; samenvoeging; schikking; typering |
disposición | hiërarchie; rang; rangorde; volgorde | afgifte; afrekenen; afrekening; afspraak; akkoord; bezorging; geleverde; gemoedsgesteldheid; gereedheid; gezindheid; indeling; instelling; leverantie; levering; opzet; overeenkomst; overtuiging; paraatheid; plan; psychische toestand; regeling; schikking; stemming; tendentie; vaststaande mening; vereffening; verrekening; voornemen |
jerarquía | hiërarchie; rang; rangorde; volgorde | rangschikken; rangschikking |
rango | hiërarchie; rang; rangorde; volgorde | bereik; gelid; graad; militaire rang; niveau; peil; rang; rangorde |
Wiktionary Translations for hiërarchie:
hiërarchie
Cross Translation:
noun
-
rangorde
- hiërarchie → jerarquía
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hiërarchie | → jerarquía | ↔ hierarchy — body of authoritative officials organised by rank |
• hiërarchie | → jerarquía | ↔ hierarchy — class of objects |
• hiërarchie | → jerarquía | ↔ hiérarchie — (religion) (vieilli) ordre et subordination des différents chœurs des anges. |