Dutch
Detailed Translations for iemand opbellen from Dutch to Spanish
iemand opbellen:
-
iemand opbellen (opbellen; bellen; telefoontje plegen)
Translation Matrix for iemand opbellen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
llamar | aanbellen; bellen; wegroepen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
llamar | bellen; iemand opbellen; opbellen; telefoontje plegen | aanbellen; aanroepen; aanschrijven; aanzeggen; bellen; benoemen; bestempelen; betitelen; door de telefoon praten; een naam geven; erbij halen; erbij roepen; erbij zeggen; inroepen; inviteren; kennis geven; konde doen; laten komen; noemen; ontbieden; oproepen; sommeren; telefoneren; tevoorschijn roepen; vermelden; vernoemen |
llamar por teléfono | bellen; iemand opbellen; opbellen; telefoontje plegen | bellen; door de telefoon praten; telefoneren |
telefonear | bellen; iemand opbellen; opbellen; telefoontje plegen | bellen; door de telefoon praten; telefoneren |