Dutch
Detailed Translations for inwendige from Dutch to Spanish
inwendige:
-
inwendige
-
inwendige (van binnen)
Translation Matrix for inwendige:
Noun | Related Translations | Other Translations |
interior | inwendige | achterland; binnenkant; binnenland; binnenlanden; binnenste; binnenzijde; interieur; middelste |
interno | bewoner; geïnterneerde; huisbewoner; inwoner | |
parte de dentro | inwendige | binnenkant; binnenzijde; innerlijk; interieur; psyche |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
interno | inwendige; van binnen | binnen het bedrijf; geestelijk; innerlijk; intern; inwendig; inwonende; stagiair |
Adverb | Related Translations | Other Translations |
internamente | inwendige; van binnen | binnen het bedrijf; binnenwaarts; geestelijk; innerlijk; inwaarts; inwendig |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
interior | inwendige; van binnen | autochtoon; binnenste; geestelijk; inheems; inlands; innerlijk; intern; inwendig |
Related Words for "inwendige":
inwendig:
-
inwendig (intern)
-
inwendig (geestelijk; innerlijk)
Translation Matrix for inwendig:
Noun | Related Translations | Other Translations |
interior | achterland; binnenkant; binnenland; binnenlanden; binnenste; binnenzijde; interieur; inwendige; middelste | |
interno | bewoner; geïnterneerde; huisbewoner; inwoner | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
interno | geestelijk; innerlijk; intern; inwendig | binnen het bedrijf; inwendige; inwonende; stagiair; van binnen |
Adverb | Related Translations | Other Translations |
internamente | geestelijk; innerlijk; inwendig | binnen het bedrijf; binnenwaarts; inwaarts; inwendige; van binnen |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
innata | geestelijk; innerlijk; inwendig | |
interior | geestelijk; innerlijk; intern; inwendig | autochtoon; binnenste; inheems; inlands; innerlijk; inwendige; van binnen |