Dutch
Detailed Translations for issue from Dutch to Spanish
issue:
Translation Matrix for issue:
Noun | Related Translations | Other Translations |
asunto | issue; kwestie; punt | aangelegenheid; affaire; ambacht; chapiter; geval; hoofdstuk; kapittel; kwestie; kwesties; métier; onderwerp; opgaaf; opgave; probleem; problematiek; problemen; stiel; subject; thema; thema van een boek; vak; vraagstuk; zaak; zwaarte |
materia de discusión | issue; kwestie; punt | feit; gebeurtenis; geschil; incident; kwestie; probleem; ruzie; twist; verschilpunt; voorval; vraagstuk |
objeto de discusión | issue; kwestie; punt | casus; feit; gebeurtenis; geval; incident; kwestie; probleem; voorval; vraagstuk |
tema | issue; kwestie; punt | bureaubladthema; geschrevene; onderwerp; subject; tekstboek; thema; thema van een boek |
tópico | issue; kwestie; punt | casus; cliché; dooddoener; feit; gebeurtenis; gemeenplaats; geval; incident; kwestie; kwesties; probleem; problematiek; problemen; stereotiep beeld; stereotype; voorval; vraagstuk |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
tópico | cliché |