Dutch
Detailed Translations for jonassen from Dutch to Spanish
jonassen:
-
jonassen
Conjugations for jonassen:
o.t.t.
- jonas
- jonast
- jonast
- jonassen
- jonassen
- jonassen
o.v.t.
- jonasde
- jonasde
- jonasde
- jonasden
- jonasden
- jonasden
v.t.t.
- heb gejonasd
- hebt gejonasd
- heeft gejonasd
- hebben gejonasd
- hebben gejonasd
- hebben gejonasd
v.v.t.
- had gejonasd
- had gejonasd
- had gejonasd
- hadden gejonasd
- hadden gejonasd
- hadden gejonasd
o.t.t.t.
- zal jonassen
- zult jonassen
- zal jonassen
- zullen jonassen
- zullen jonassen
- zullen jonassen
o.v.t.t.
- zou jonassen
- zou jonassen
- zou jonassen
- zouden jonassen
- zouden jonassen
- zouden jonassen
diversen
- jonas!
- jonast!
- gejonasd
- jonassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for jonassen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
lanzar | gesmijt; omhoog werpen; opwerpen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
arrojar en lo alto | jonassen | omhooggooien; opgooien; opwerpen |
lanzar | jonassen | aankaarten; aanknopen; aansnijden; afschieten; afsmijten; afvuren; afwerpen; afzien van rechtsvervolging; entameren; gesprek aanknopen; kwakken; lanceren; laten zien; naar beneden werpen; naar voren brengen; neerkwakken; neerwerpen; omhooggooien; omlaag werpen; op de markt brengen; openen; opgooien; opperen; opwerpen; poneren; schieten; schoten lossen; seponeren; smakken; smijten; starten; stellen; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; tevoorschijn brengen; tevoorschijn halen; uitgeven; uitgooien; uitwerpen; vuren |
lanzar al aire | jonassen | omhooggooien; opgooien; opwerpen |