Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- klapper:
- klapperen:
-
Wiktionary:
- klapper → coco, coco de agua, coco fruto, cocotero, copra, nuez de coco, petardo
- klapperen → chapotear
Dutch
Detailed Translations for klapper from Dutch to Spanish
klapper:
-
de klapper (zevenklapper; rotje)
-
de klapper (hoofdboek)
-
de klapper (absolute meevaller; topper)
-
de klapper (knalbonbon; rotje)
-
de klapper (telefoonklapper)
-
de klapper (succesnummer; succes; hit; kraker; topper; treffer; successtuk; schlager; kasstuk)
-
de klapper (applaudisseur)
Translation Matrix for klapper:
Related Words for "klapper":
Wiktionary Translations for klapper:
klapper
noun
-
plantkunde|nld voeding|nld species|Cocos nucifera een kokosnoot, de vrucht van de kokospalm (die zelf ook 'klapper' heet)
- klapper → coco; coco de agua; coco fruto; cocotero; copra; nuez de coco; petardo
klapper form of klapperen:
-
klapperen
Conjugations for klapperen:
o.t.t.
- klapper
- klappert
- klappert
- klapperen
- klapperen
- klapperen
o.v.t.
- klapperde
- klapperde
- klapperde
- klapperden
- klapperden
- klapperden
v.t.t.
- heb geklapperd
- hebt geklapperd
- heeft geklapperd
- hebben geklapperd
- hebben geklapperd
- hebben geklapperd
v.v.t.
- had geklapperd
- had geklapperd
- had geklapperd
- hadden geklapperd
- hadden geklapperd
- hadden geklapperd
o.t.t.t.
- zal klapperen
- zult klapperen
- zal klapperen
- zullen klapperen
- zullen klapperen
- zullen klapperen
o.v.t.t.
- zou klapperen
- zou klapperen
- zou klapperen
- zouden klapperen
- zouden klapperen
- zouden klapperen
diversen
- klapper!
- klappert!
- geklapperd
- klapperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for klapperen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
castañetear | klapperen | klakken; kleppen; klepperen; knapperen; knetteren |
dar palmadas | klapperen | |
golpetear | klapperen | klepperen; kletteren; rammelen |