Dutch
Detailed Translations for kwijnend verlangen from Dutch to Spanish
kwijnend verlangen:
kwijnend verlangen verb (verlang kwijnend, verlangt kwijnend, verlangde kwijnend, verlangden kwijnend, kwijnend verlangd)
-
kwijnend verlangen (smachten; snakken; kwijnen)
anhelar; desear angustiosamente; querer; languidecer; ansiar-
anhelar verb
-
querer verb
-
languidecer verb
-
ansiar verb
-
Conjugations for kwijnend verlangen:
o.t.t.
- verlang kwijnend
- verlangt kwijnend
- verlangt kwijnend
- verlangen kwijnend
- verlangen kwijnend
- verlangen kwijnend
o.v.t.
- verlangde kwijnend
- verlangde kwijnend
- verlangde kwijnend
- verlangden kwijnend
- verlangden kwijnend
- verlangden kwijnend
v.t.t.
- heb kwijnend verlangd
- hebt kwijnend verlangd
- heeft kwijnend verlangd
- hebben kwijnend verlangd
- hebben kwijnend verlangd
- hebben kwijnend verlangd
v.v.t.
- had kwijnend verlangd
- had kwijnend verlangd
- had kwijnend verlangd
- hadden kwijnend verlangd
- hadden kwijnend verlangd
- hadden kwijnend verlangd
o.t.t.t.
- zal kwijnend verlangen
- zult kwijnend verlangen
- zal kwijnend verlangen
- zullen kwijnend verlangen
- zullen kwijnend verlangen
- zullen kwijnend verlangen
o.v.t.t.
- zou kwijnend verlangen
- zou kwijnend verlangen
- zou kwijnend verlangen
- zouden kwijnend verlangen
- zouden kwijnend verlangen
- zouden kwijnend verlangen
diversen
- verlang kwijnend!
- verlangt kwijnend!
- kwijnend verlangd
- kwijnend verlangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze