Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. lichaamsgebrek:


Dutch

Detailed Translations for lichaamsgebrek from Dutch to Spanish

lichaamsgebrek:

lichaamsgebrek [het ~] noun

  1. het lichaamsgebrek (handicap; gebrek)
    la deficiencia; la carencia; el desastre; la indigencia; el defecto corporal

Translation Matrix for lichaamsgebrek:

NounRelated TranslationsOther Translations
carencia gebrek; handicap; lichaamsgebrek deficit; feil; fout; gebrek; gemis; krapte; krimp; krimping; lacune; leegte; leemte; manco; nooddruft; ontbering; schaarsheid; schaarste; slinking; tekort
defecto corporal gebrek; handicap; lichaamsgebrek
deficiencia gebrek; handicap; lichaamsgebrek afwijking; deficit; euvel; feil; fout; gebrek; gebrekkigheid; gemis; handicap; lacune; leegte; leemte; manco; mankement; minpunt; onvolkomenheid; tekort; tekortkoming; verliespunt; zwakheid
desastre gebrek; handicap; lichaamsgebrek broddelwerk; catastrofe; debacle; ellende; farce; gelazer; gemekker; gevaar; gezanik; gezeur; ineenstorting; ineenzakking; instorting; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; kommer; kwel; malheur; misère; moeilijkheden; narigheid; nood; noodtoestand; ongeluk; onheil; onheilsdreiging; onspoed; pech; prutswerk; ramp; rampspoed; schertsvertoning; tegenslag; tegenspoed; terugslag; trammelant
indigencia gebrek; handicap; lichaamsgebrek behoeftigheid; haveloosheid; hulpbehoevendheid; nood; noodwendigheid; sjofelheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
desastre knudde

Related Words for "lichaamsgebrek":

  • lichaamsgebreken