Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. nattigheid:
  2. nattig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nattigheid from Dutch to Spanish

nattigheid:

nattigheid [de ~ (v)] noun

  1. de nattigheid (vochtigheid; vocht)
    la humedad; la bebida; el líquido; el fluido
  2. de nattigheid (natheid; vochtigheid)
    la humedad; la mojadura; el líquido
  3. de nattigheid (vochtigheid; humiditeit)
    la humedad

Translation Matrix for nattigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
bebida nattigheid; vocht; vochtigheid alcohol; alcoholica; drank; drinkbaar vocht; gedistilleerd; opkikkertjes; spirits; spiritualiën; sterke drank
fluido nattigheid; vocht; vochtigheid het toestromen; het toevloeien; instroming; instroom; nat; rivier; stroom; toestroom; vloeistof; vocht
humedad humiditeit; natheid; nattigheid; vocht; vochtigheid humiditeit; klamheid; vochtgehalte; vochtigheidsgehalte
líquido natheid; nattigheid; vocht; vochtigheid nat; vloeistof; vocht
mojadura natheid; nattigheid; vochtigheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fluido stromend; vliedend; vloeiend; vlot
líquido humide; liquide; nat; vloeibaar; vochtig

Related Words for "nattigheid":


nattig:


Translation Matrix for nattig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
frío y húmedo klam; nattig kil; koud en vochtig
húmedo klam; nattig humide; kil; koud en vochtig; nat; vochtig
suroroso klam; nattig

Related Words for "nattig":


Wiktionary Translations for nattig:


Cross Translation:
FromToVia
nattig húmedo moist — slightly wet