Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate ongebondenheid

Translate ongebondenheid from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

ongebondenheid:
- libertad; independencia
ongebonden:
- soltero; libre; desenfrenado; libertino; sin compromiso

Dutch

Detailed Translations for ongebondenheid from Dutch to Spanish

ongebondenheid:

ongebondenheid [de ~ (v)] noun

de ongebondenheid (vrijheid)
la libertad; la independencia
- libertad [la ~] noun
- independencia [la ~] noun

Translation Matrix for ongebondenheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
independencia	ongebondenheid; vrijheid
libertad	ongebondenheid; vrijheid

Related Words for "ongebondenheid":

ongebondenheden, ongebonden

ongebondenheid form of ongebonden:

ongebonden adj

ongebonden (vrijgezel; alleenstaand)
soltero
- soltero adj
ongebonden (vrij; losbandig; ongebreideld; bandeloos)
libre; desenfrenado; libertino; sin compromiso
- libre adj
- desenfrenado adj
- libertino adj
- sin compromiso adj

Translation Matrix for ongebonden:

Noun	Related Translations	Other Translations
libertino		libertijn; losbol; schuinsmarcheerder; vrijdenker
soltero		alleenstaande; vrijgezel
Adjective	Related Translations	Other Translations
libre	bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; vrij	beschikbaar; beschikbare; disponibel; facultatief; in vrijheid; ledig; leeg; niet verplicht; onbegrensd; onbelemmerd; onbepaald; onbeperkt; onbezet; ongelimiteerd; vacant; vrij
Modifier	Related Translations	Other Translations
desenfrenado	bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; vrij	losbandig; niet terughoudend; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; ongedisciplineerd; ongeremd; onnadenkend; tuchteloos
libertino	bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; vrij	laks; ongedisciplineerd; ontuchtig
sin compromiso	bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; vrij	facultatief; niet verplicht
soltero	alleenstaand; ongebonden; vrijgezel	afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; losstaand; onafhankelijk; ongehuwd; ongetrouwd; op zich; op zichzelf; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand

Related Words for "ongebonden":

ongebondenheid