Dutch
Detailed Translations for ontslagen worden from Dutch to Spanish
ontslagen worden:
ontslagen worden verb (word ontslagen, wordt ontslagen, werd ontslagen, werden ontslagen, ontslagen geworden)
-
ontslagen worden
-
ontslagen worden (op vrije voeten gesteld worden; vrijkomen; loskomen)
liberarse; evadirse; ser liberado; salir; despegar; escapar; desprenderse; evadir; escaparse; quedar libre; dejarse ir; ser puesto en libertad; quedar en libertad-
liberarse verb
-
evadirse verb
-
ser liberado verb
-
salir verb
-
despegar verb
-
escapar verb
-
desprenderse verb
-
evadir verb
-
escaparse verb
-
quedar libre verb
-
dejarse ir verb
-
quedar en libertad verb
-
Conjugations for ontslagen worden:
o.t.t.
- word ontslagen
- wordt ontslagen
- wordt ontslagen
- worden ontslagen
- worden ontslagen
- worden ontslagen
o.v.t.
- werd ontslagen
- werd ontslagen
- werd ontslagen
- werden ontslagen
- werden ontslagen
- werden ontslagen
v.t.t.
- ben ontslagen geworden
- bent ontslagen geworden
- is ontslagen geworden
- zijn ontslagen geworden
- zijn ontslagen geworden
- zijn ontslagen geworden
v.v.t.
- was ontslagen geworden
- was ontslagen geworden
- was ontslagen geworden
- waren ontslagen geworden
- waren ontslagen geworden
- waren ontslagen geworden
o.t.t.t.
- zal ontslagen worden
- zult ontslagen worden
- zal ontslagen worden
- zullen ontslagen worden
- zullen ontslagen worden
- zullen ontslagen worden
o.v.t.t.
- zou ontslagen worden
- zou ontslagen worden
- zou ontslagen worden
- zouden ontslagen worden
- zouden ontslagen worden
- zouden ontslagen worden
diversen
- word ontslagen!
- wordt ontslagen!
- ontslagen geworden
- ontslagen wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze