Dutch
Detailed Translations for openspreiden from Dutch to Spanish
openspreiden:
-
openspreiden (openvouwen; ontvouwen; uitspreiden; uitklappen; uitslaan; uitvouwen)
Translation Matrix for openspreiden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
desplegar | ontvouwen; openspreiden; openvouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen | afwisselen; bikken; distribueren; eten; geuren; graven; herzien; losgooien; loswerpen; naar binnen werken; nader verklaren; ontvouwen; ontwikkelen; opdelven; opgraven; pralen; pronken; ronddelen; scheppen; spreiden; te kijk lopen met; toelichten; tot ontwikkeling brengen; uitbeitelen; uitbikken; uiteenzetten; uitleggen; uitreiken; veranderen; verdelen; verduidelijken; verwisselen; wijzigen |