Dutch
Detailed Translations for oplopend from Dutch to Spanish
oplopend:
-
oplopend (klimmend; toenemend; stijgend; omhooggaand; verheffend; rijzend)
en escala; subiendo; creciente; aumentando; en aumento-
en escala adj
-
subiendo adj
-
creciente adj
-
aumentando adj
-
en aumento adj
-
Translation Matrix for oplopend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
creciente | omhoog komen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
aumentando | klimmend; omhooggaand; oplopend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend | groeiend; in toenemende mate; meer en meer; toenemend |
creciente | klimmend; omhooggaand; oplopend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend | |
en aumento | klimmend; omhooggaand; oplopend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend | |
en escala | klimmend; omhooggaand; oplopend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend | |
subiendo | klimmend; omhooggaand; oplopend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend |
Related Words for "oplopend":
oplopen:
-
oplopen (onverlangd krijgen; opdoen)
Conjugations for oplopen:
o.t.t.
- loop op
- loopt op
- loopt op
- lopen op
- lopen op
- lopen op
o.v.t.
- liep op
- liep op
- liep op
- liepen op
- liepen op
- liepen op
v.t.t.
- heb opgelopen
- hebt opgelopen
- heeft opgelopen
- hebben opgelopen
- hebben opgelopen
- hebben opgelopen
v.v.t.
- had opgelopen
- had opgelopen
- had opgelopen
- hadden opgelopen
- hadden opgelopen
- hadden opgelopen
o.t.t.t.
- zal oplopen
- zult oplopen
- zal oplopen
- zullen oplopen
- zullen oplopen
- zullen oplopen
o.v.t.t.
- zou oplopen
- zou oplopen
- zou oplopen
- zouden oplopen
- zouden oplopen
- zouden oplopen
en verder
- ben opgelopen
- bent opgelopen
- is opgelopen
- zijn opgelopen
- zijn opgelopen
- zijn opgelopen
diversen
- loop op!
- loopt op!
- opgelopen
- oplopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze