Dutch
Detailed Translations for overtreffend from Dutch to Spanish
overtreffend:
-
overtreffend (tartend)
desafiante; superlativo; provocador; provocativo-
desafiante adj
-
superlativo adj
-
provocador adj
-
provocativo adj
-
Translation Matrix for overtreffend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
provocador | provocateur; uitdager | |
superlativo | superlatief | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
desafiante | overtreffend; tartend | |
provocador | overtreffend; tartend | tergend; treiterig |
provocativo | overtreffend; tartend | irriterend; ophitsend; opstokend; prikkelend; provocerend; uitdagend |
superlativo | overtreffend; tartend |
overtreffen:
-
overtreffen
-
overtreffen (voorbijstreven)
superar; sobrepasar; sobrepujar; exceder de; hacer una oferta mejor-
superar verb
-
sobrepasar verb
-
sobrepujar verb
-
exceder de verb
-
-
overtreffen (uitblinken; onderscheiden; excelleren; uitblinken boven; uitsteken; schitteren; uitmunten)
Conjugations for overtreffen:
o.t.t.
- overtref
- overtreft
- overtreft
- overtreffen
- overtreffen
- overtreffen
o.v.t.
- overtrof
- overtrof
- overtrof
- overtroffen
- overtroffen
- overtroffen
v.t.t.
- heb overtroffen
- hebt overtroffen
- heeft overtroffen
- hebben overtroffen
- hebben overtroffen
- hebben overtroffen
v.v.t.
- had overtroffen
- had overtroffen
- had overtroffen
- hadden overtroffen
- hadden overtroffen
- hadden overtroffen
o.t.t.t.
- zal overtreffen
- zult overtreffen
- zal overtreffen
- zullen overtreffen
- zullen overtreffen
- zullen overtreffen
o.v.t.t.
- zou overtreffen
- zou overtreffen
- zou overtreffen
- zouden overtreffen
- zouden overtreffen
- zouden overtreffen
en verder
- ben overtroffen
- bent overtroffen
- is overtroffen
- zijn overtroffen
- zijn overtroffen
- zijn overtroffen
diversen
- overtref!
- overtreft!
- overtroffen
- overtreffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overtreffen:
Wiktionary Translations for overtreffen:
overtreffen
Cross Translation:
verb
-
een voorheen behaald niveau te boven gaan
- overtreffen → superar; sobrepujar; exceder; aventajar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overtreffen | → eclipsar | ↔ eclipse — To overshadow |
• overtreffen | → exceder; sobrepasar | ↔ outdo — to go beyond |
• overtreffen | → sobrepasar | ↔ surpass — to exceed |
• overtreffen | → dominar; aventajar; superar | ↔ dominer — commander souverainement, avoir une puissance absolue. |
• overtreffen | → superar; vencer; atravesar; aventajar | ↔ surmonter — monter au-dessus. |
• overtreffen | → exceder; sobrepasar | ↔ surpasser — Dépasser les attentes (1): |