Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate programma uitzenden

Translate programma uitzenden from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

programma uitzenden:
- televisar; emitir; difundir; transmitir; retransmitir

Dutch

Detailed Translations for programma uitzenden from Dutch to Spanish

programma uitzenden:

programma uitzenden verb

programma uitzenden (omroepen)
televisar; emitir; difundir; transmitir; retransmitir
- televisar verb
- emitir verb
- difundir verb
- transmitir verb
- retransmitir verb

Translation Matrix for programma uitzenden:

Verb	Related Translations	Other Translations
difundir	omroepen; programma uitzenden	afkondigen; babbelen; bekendmaken; kakelen; klappen; kletsen; klikken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; proclameren; snateren; spreken; uitstrooien; uitzaaien; uitzenden; verklappen; verklikken; verlinken; verraden; wauwelen; zwammen
emitir	omroepen; programma uitzenden	afkondigen; afscheiden; afvoeren; bekendmaken; emitteren; laten zien; lozen; opsturen; posten; proclameren; rondstralen; sturen; tevoorschijn brengen; tevoorschijn halen; toezenden; uitgeven; uitscheiden; uitstoten; uitstralen; uitwerpen; uitzenden; verzenden; wegsturen; wegzenden; zenden
retransmitir	omroepen; programma uitzenden	capituleren; heruitzenden; opgeven; opsturen; overgeven; posten; sturen; toezenden; uitleveren; versturen; verzenden; wegsturen; wegzenden; zenden; zich overgeven
televisar	omroepen; programma uitzenden
transmitir	omroepen; programma uitzenden	aangeven; aanreiken; afgeven; communiceren; delegeren; geld overmaken; geven; overboeken; overbrengen; overdragen; overgeven; overhandigen; overleveren; overschrijven; overzenden; toesteken
Other	Related Translations	Other Translations
emitir		uitkomen; uitstromen

Related Translations for programma uitzenden