Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. samenstromen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for samenstromen from Dutch to Spanish

samenstromen:

samenstromen verb

  1. samenstromen

Translation Matrix for samenstromen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
afluir samenstromen binnenstromen; instromen; massaal opkomen; samenvloeien; toestromen
agruparse samenstromen aaneensluiten; klieken; samenscholen
confluir samenstromen bijeen komen; samenkomen; samenvloeien
juntarse samenstromen afspreken; bij elkaar komen; bijeen komen; elkaar ontmoeten; elkaar zien; samenkomen; scharen; treffen; verzamelen

Wiktionary Translations for samenstromen:


Cross Translation:
FromToVia
samenstromen abarrotar; llenar throng — to crowd into a place, especially to fill it