Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. schamperheid:
  2. schamper:


Dutch

Detailed Translations for schamperheid from Dutch to Spanish

schamperheid:

schamperheid [de ~ (v)] noun

  1. de schamperheid
    el desprecio; el escarnio; el sarcasmo; el desdaño

Translation Matrix for schamperheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
desdaño schamperheid
desprecio schamperheid denigrering; geringschatting; hovaardigheid; kleinering; laatdunkendheid; minachting; verachtelijkheid; verachting; versmading
escarnio schamperheid aanfluiting; bespotten; bespotting; draak steken met; gespot; hoon; ironie; laster; oneer; sarcasme; schande; smaad; spot; spotternij; versmading
sarcasmo schamperheid bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; spot; spotternij; versmading

Related Words for "schamperheid":


schamperheid form of schamper: