Dutch

Detailed Translations for schelmenstreek from Dutch to Spanish

schelmenstreek:

schelmenstreek [de ~] noun

  1. de schelmenstreek (kattenkwaad; ondeugendheid; baldadigheid; kwajongensstreek; schelmerij)
    el exceso; la travesura; la gamberrada; la atrocidad; la travesuras; la diablura; la diabluras; la chiquillada; la picardía; el desafuero; la tonteras; la barrabasada; la bribonada

Translation Matrix for schelmenstreek:

NounRelated TranslationsOther Translations
atrocidad baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij gruwel; gruweldaad; gruwelstuk; verfoeilijkheid; wandaad; wreedheid
barrabasada baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
bribonada baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij gekheid; guitenstreek; malligheid; schelmstuk
chiquillada baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij schalksheid; schelmsheid; snaaksheid
desafuero baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij straatschenderij; straatvandalisme
diablura baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij deugnieterij
diabluras baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij deugnieterij; grappigheid; kluchtigheid; koddigheid; snaaksheid; vermakelijkheid
exceso baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij agio; buitenissigheid; buitensporigheid; exces; grenzeloosheid; mateloosheid; onmatigheid; overdaad; overmaat; overschot; overvloed; rest; surplus; teveel; uitspatting; uitwas
gamberrada baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij gepest; geplaag; pesterij
picardía baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij deugnieterij; gekheid; lelijkheid; malligheid; ondeugendheid; schalksheid; schelmsheid; snaaksheid; stoutheid
tonteras baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij achterklap; achterlijkheid; deugnieterij; gebabbel; gekeuvel; geklap; geklep; geklets; gekwebbel; geroddel; idioterie; klap; klets; krankzinnigheid; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels; waanzin
travesura baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij deugnieterij; lelijkheid; ondeugendheid; schalksheid; schelmsheid; snaaksheid; stoutheid
travesuras baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij deugnieterij; grappigheid; kluchtigheid; koddigheid; snaaksheid; vermakelijkheid

Related Words for "schelmenstreek":

  • schelmenstreken