Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. snippers:
  2. snipper:


Dutch

Detailed Translations for snippers from Dutch to Spanish

snippers:

snippers [de ~] noun, plural

  1. de snippers (spaanders)
    la tiras; la astillas

Translation Matrix for snippers:

NounRelated TranslationsOther Translations
astillas snippers; spaanders knipsels; snoei; splinters
tiras snippers; spaanders knipsels; snoei

Related Words for "snippers":


snippers form of snipper:

snipper [de ~ (m)] noun

  1. de snipper (stukje papier)
    la recortadura de papel; el recorte

Translation Matrix for snipper:

NounRelated TranslationsOther Translations
recortadura de papel snipper; stukje papier
recorte snipper; stukje papier bezuiniging; deflatie; knipsel; korten; korting; kostenverlaging; krimpen; minderen; ontering; prijsdaling; prijsverlaging; reductie; salarisvermindering; uitsnede; uitsnijding; verlaging

Related Words for "snipper":