Dutch

Detailed Translations for stagiair from Dutch to Spanish

stagiair:

stagiair [de ~ (m)] noun

  1. de stagiair (iemand die stage loopt)
    el aprendiz; la persona que hace prácticas; el estudiante; el alumno; la alumna; el chiquillo; el discípulo; la voluntaria; la pupila; el miembro juvenil; el mozo; el pupilo; el educando; la discípula
  2. de stagiair (inwonende)

Translation Matrix for stagiair:

NounRelated TranslationsOther Translations
alumna iemand die stage loopt; stagiair cursist; leerling; scholier; scholiere; studente; vrouwelijke student
alumno iemand die stage loopt; stagiair aanhanger; cursist; discipel; jonge leerling; kwekeling; leerjongen; leerling; navolger; pupil; scholier; student; volgeling; volger
aprendiz iemand die stage loopt; stagiair jongmaat; jongmaatje; leerjongen; leerknecht; leerling; maatje; pupil; scholier
chiquillo iemand die stage loopt; stagiair baasje; dreumes; hummel; jochie; jongetje; jongmaatje; kind; klein jongetje; klein kereltje; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter; leerling; peuter; scholier; uk; worm; wurm
discípula iemand die stage loopt; stagiair aanhanger; discipel; jongmaatje; leerling; navolger; scholier; studente; volgeling; volgelinge; volger; vrouwelijke student
discípulo iemand die stage loopt; stagiair aanhanger; discipel; jongmaatje; leerling; navolger; scholier; student; volgeling; volger
educando iemand die stage loopt; stagiair jongmaatje; leerling; scholier
estudiante iemand die stage loopt; stagiair cursist; cursiste; jongmaatje; kwekeling; leerjongen; leerling; scholier; student; studente; vrouwelijke student
interno bewoner; geïnterneerde; huisbewoner; inwoner
miembro juvenil iemand die stage loopt; stagiair jongmaatje; kwekeling; leerjongen
mozo iemand die stage loopt; stagiair boodschappenjongen; herdersjongen; huisbediende; huisjongen; jongmaatje; kelner; knechtje; koerier; loopjongen; ober; tafelbediende
persona que hace prácticas iemand die stage loopt; stagiair jongmaatje; kwekeling; leerjongen
pupila iemand die stage loopt; stagiair jongmaatje; leerling; scholier
pupilo iemand die stage loopt; stagiair jongmaatje; kwekeling; leerjongen; leerling; scholier
voluntaria iemand die stage loopt; stagiair jongmaatje; kwekeling; leerjongen; vrijwilligster
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
interno inwonende; stagiair binnen het bedrijf; geestelijk; innerlijk; intern; inwendig; inwendige; van binnen

Related Words for "stagiair":

  • stagiairs