Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate stelregel

Translate stelregel from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

stelregel:
- principio; regla fundamental; máxima; principio básico; principio fundamental; regla fija
Wiktionary:
- stelregel → máxima
- stelregel → máxima

Dutch

Detailed Translations for stelregel from Dutch to Spanish

stelregel:

stelregel [de ~ (m)] noun

de stelregel
el principio; la regla fundamental; la máxima; el principio básico; el principio fundamental; la regla fija
- principio [el ~] noun
- regla fundamental [la ~] noun
- máxima [la ~] noun
- principio básico [el ~] noun
- principio fundamental [el ~] noun
- regla fija [la ~] noun

Translation Matrix for stelregel:

Noun	Related Translations	Other Translations
máxima	stelregel	dogma; geloofsartikel; vaststaande leerstelling
principio	stelregel	aanvang; aanvangsfase; basis; basislijn; begin; beginne; beginsel; dogma; fundament; fundering; geloofsartikel; grondgedachte; grondlijn; grondslag; grondstelling; hoofdstelling; ideologie; inzet; leefregel; leerbegrip; leerstelling; opening; principe; start; uitgangspunt; uitgangsvorm; vaststaande leerstelling; veronderstelling; vertrekpunt
principio básico	stelregel	basis; basisbeginsel; basisprincipe; beginsel; belangrijkste principe; dogma; fundament; geloofsartikel; grondbeginsel; grondbegrip; grondregel; grondslag; grondstelling; hoeksteen; principe; uitgangspunt; vaststaande leerstelling
principio fundamental	stelregel	basisprincipe; belangrijkste principe; hoeksteen; hoofdbeginsel; principe
regla fija	stelregel
regla fundamental	stelregel	basis; basisbeginsel; beginsel; dogma; fundament; geloofsartikel; grondbeginsel; grondbegrip; grondregel; grondslag; grondstelling; hoeksteen; principe; uitgangspunt; vaststaande leerstelling

Related Words for "stelregel":

stelregels

Wiktionary Translations for stelregel:

stelregel

noun

richtsnoer
- stelregel → máxima

Cross Translation:

From	To	Via
• stelregel	→ máxima	↔ Maxime — Einstellung, Motto, Regel, wonach man sein Verhalten ausrichtet