Dutch

Detailed Translations for tamheid from Dutch to Spanish

tamheid:

tamheid [de ~ (v)] noun

  1. de tamheid (makheid)
    la mansedumbre; la docilidad

Translation Matrix for tamheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
docilidad makheid; tamheid bescheidenheid; gewilligheid; handelbaarheid; hanteerbaarheid; nederigheid; onderdanigheid; onderworpenheid
mansedumbre makheid; tamheid aardigheid; goedaardigheid; vriendelijkheid; zachtaardigheid

Related Words for "tamheid":


tamheid form of tam:


Translation Matrix for tam:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
amansado tam
bien dispuesto tam bereidwillig; dienstvaardig; genoeglijk; op een aardige manier; tegemoetkomend; toeschietelijk; vriendelijk; welwillend
de buena voluntad tam
domesticado tam
dócil tam buigzaam; flexibel; gedwee; gelaten; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lijdzaam; meegaand; onderworpen; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; vormbaar
dúctil tam buigbaar; flexibel; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam
en celo tam bronstig; krols; loops
manso tam bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
obediente tam braaf; deugdzaam; dienstbaar; eerlijk; fideel; gedienstig; gedwee; gehoorzaam; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lief; meegaand; openhartig; oprecht; rondborstig; slaafs; soepel; toegeeflijk; toegevend; trouwhartig; volgzaam; voorbeeldig; vormbaar; zoet
sumiso tam bescheiden; bijkomstig; dienstbaar; dienstwillig; gedomineerd; geduldig; gedwee; inferieur; kalm afwachtend; meegaand; nederig; niet hoogmoedig; onderdanig aan; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; volgzaam; willig

Related Words for "tam":


Wiktionary Translations for tam:


Cross Translation:
FromToVia
tam domesticado; manso tame — not wild