Dutch

Detailed Translations for uitdossing from Dutch to Spanish

uitdossing:

uitdossing [de ~ (v)] noun

  1. de uitdossing
    el vestido; el atuendo; el disfraz; el traje; el traje regional; el adorno; el vestuario; la vestimenta; la vestidura; el ropaje

Translation Matrix for uitdossing:

NounRelated TranslationsOther Translations
adorno uitdossing benodigde; corsage; decor; decoratie; decoreren; draperie; garnering; glans; kwik; kwikzilver; luister; monstering; opluistering; opschik; opsieren; opsiering; opsmuk; opsmukken; ornament; ornamentiek; outfit; outillage; praal; pracht; pronk; sieraad; sierstuk; sierwerk; smuk; toneeldecoratie; tooi; uitmonstering; uitrusting; uitzet; verfraaiing; versieren; versiering; versieringen aanbrengen; versiersel
atuendo uitdossing
disfraz uitdossing verkleding; vermomming
ropaje uitdossing dracht; folkloristisch kostuum; gewaad; klederdracht; kleding; kleren; plunje; tenue
traje uitdossing allegaartje; colbertkostuum; dracht; folkloristisch kostuum; japon; klederdracht; kostuum; maatpak; mengelmoes; pak; rugzak; samenraapsel
traje regional uitdossing dracht; folkloristisch kostuum; klederdracht
vestido uitdossing dracht; folkloristisch kostuum; gewaad; japon; jurk; klederdracht; kledingstuk; kleed; robe
vestidura uitdossing gewaad; jurk; kleren; robe; tenue
vestimenta uitdossing benodigde; kleding; kleren; monstering; outfit; outillage; plunje; tenue; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
vestuario uitdossing garderobe; hangkast; vestiaire; voorraad kledingstukken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
vestido aangekleed; gekleed

Related Words for "uitdossing":

  • uitdossingen