Dutch
Detailed Translations for uiteenhouden from Dutch to Spanish
uiteenhouden:
-
uiteenhouden (uit elkaar houden; onderscheiden)
distinguir; desempeñar; percibir; cumplir; diferenciar; discernir; divisar; distinguirse; diferenciarse; condecorar-
distinguir verb
-
desempeñar verb
-
percibir verb
-
cumplir verb
-
diferenciar verb
-
discernir verb
-
divisar verb
-
distinguirse verb
-
diferenciarse verb
-
condecorar verb
-
Translation Matrix for uiteenhouden:
External Machine Translations: