Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vasthoudendheid:
  2. vasthoudend:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vasthoudendheid from Dutch to Spanish

vasthoudendheid:

vasthoudendheid [de ~ (v)] noun

  1. de vasthoudendheid (volharding; aanhouden; uithouding; taaiheid; volhardendheid)
    la perseverancia; la tenacidad; la persistencia
  2. de vasthoudendheid (doorzettingsvermogen; volharding)
    la perseverancia; el tesón; la tenacidad

Translation Matrix for vasthoudendheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
perseverancia aanhouden; doorzettingsvermogen; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding
persistencia aanhouden; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding persistentie
tenacidad aanhouden; doorzettingsvermogen; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding betrouwbaarheid; bokkigheid; degelijkheid; deugdelijkheid; harkerigheid; houterigheid; soliditeit; starheid; stevigheid; stijfte; trekvastheid; verbetenheid
tesón doorzettingsvermogen; vasthoudendheid; volharding

Related Words for "vasthoudendheid":


Wiktionary Translations for vasthoudendheid:


Cross Translation:
FromToVia
vasthoudendheid diligencia; esmero diligence — conscientiousness or determination or perseverance when doing something
vasthoudendheid perseverancia perseverance — persistent determination to adhere to a course of action; insistence

vasthoudendheid form of vasthoudend: