Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verontrustend:
  2. verontrusten:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verontrustend from Dutch to Spanish

verontrustend:


Translation Matrix for verontrustend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
alarmante angstwekkend; onrustbarend; ontstellend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend benard; benauwd; bliksems; dreigend; eng; ernstig; godgeklaagd; hachelijk; hemeltergend; ijzingwekkend; kritiek; ontzettend; penibel; schandalig; schandelijk; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; ten hemel schreiend; verdraaid; verduiveld; verfoeilijk; verschrikkelijk; vreselijk; zeer ergerlijk; zorgelijk; zorgwekkend
aterrador onrustbarend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend afgrijselijk; afschrikwekkend; afschuwelijk; afschuwwekkend; akelig; angstaanjagend; angstwekkend; beangstigend; bliksems; eng; griezelig; gruwelijk; ijzingwekkend; monsterlijk; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; sinister; verdraaid; verduiveld; verschrikkelijk; vreesaanjagend; vreeswekkend; vreselijk
estremecedor angstwekkend; onrustbarend; ontstellend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend afgrijselijk; afschuwelijk; akelig; barbaars; beestachtig; bruut; eng; griezelig; gruwelijk; ijzingwekkend; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; sinister; verschrikkelijk; vreselijk; wreed
inquietante angstwekkend; onrustbarend; ontstellend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend argwaan opwekkend; benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; verdacht; zorgelijk; zorgwekkend
preocupante angstwekkend; onrustbarend; ontstellend; verontrustend benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend

Wiktionary Translations for verontrustend:

verontrustend
adjective
  1. onrust veroorzakend

verontrusten:

verontrusten verb (verontrust, verontrustte, verontrustten, verontrust)

  1. verontrusten (ontstellen)

Conjugations for verontrusten:

o.t.t.
  1. verontrust
  2. verontrust
  3. verontrust
  4. verontrusten
  5. verontrusten
  6. verontrusten
o.v.t.
  1. verontrustte
  2. verontrustte
  3. verontrustte
  4. verontrustten
  5. verontrustten
  6. verontrustten
v.t.t.
  1. heb verontrust
  2. hebt verontrust
  3. heeft verontrust
  4. hebben verontrust
  5. hebben verontrust
  6. hebben verontrust
v.v.t.
  1. had verontrust
  2. had verontrust
  3. had verontrust
  4. hadden verontrust
  5. hadden verontrust
  6. hadden verontrust
o.t.t.t.
  1. zal verontrusten
  2. zult verontrusten
  3. zal verontrusten
  4. zullen verontrusten
  5. zullen verontrusten
  6. zullen verontrusten
o.v.t.t.
  1. zou verontrusten
  2. zou verontrusten
  3. zou verontrusten
  4. zouden verontrusten
  5. zouden verontrusten
  6. zouden verontrusten
diversen
  1. verontrust!
  2. verontrust!
  3. verontrust
  4. verontrustend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verontrusten:

NounRelated TranslationsOther Translations
inquietar zorg inboezemen
VerbRelated TranslationsOther Translations
alarmar ontstellen; verontrusten alarmeren; informeren; inlichten; ongerust maken; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen
atemorizar ontstellen; verontrusten afschrikken; alarmeren; bang maken; beangstigen; benauwen; informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verschrikken; verwittigen; waarschuwen
inquietar ontstellen; verontrusten alarmeren; beklemmen; benauwen; ongerust maken

Wiktionary Translations for verontrusten:

verontrusten
verb
  1. ongerust maken, zorgen baren

Cross Translation:
FromToVia
verontrusten preocupar; perturbar préoccuperoccuper fortement l’esprit, l’absorber tout entier.