Dutch

Detailed Translations for verrekte from Dutch to Spanish

verrekte:


verrekken:

verrekken verb (verrek, verrekt, verrekte, verrekten, verrekt)

  1. verrekken (creperen; zieltogen)
  2. verrekken (hongerlijden; verhongeren; hongeren)

Conjugations for verrekken:

o.t.t.
  1. verrek
  2. verrekt
  3. verrekt
  4. verrekken
  5. verrekken
  6. verrekken
o.v.t.
  1. verrekte
  2. verrekte
  3. verrekte
  4. verrekten
  5. verrekten
  6. verrekten
v.t.t.
  1. heb verrekt
  2. hebt verrekt
  3. heeft verrekt
  4. hebben verrekt
  5. hebben verrekt
  6. hebben verrekt
v.v.t.
  1. had verrekt
  2. had verrekt
  3. had verrekt
  4. hadden verrekt
  5. hadden verrekt
  6. hadden verrekt
o.t.t.t.
  1. zal verrekken
  2. zult verrekken
  3. zal verrekken
  4. zullen verrekken
  5. zullen verrekken
  6. zullen verrekken
o.v.t.t.
  1. zou verrekken
  2. zou verrekken
  3. zou verrekken
  4. zouden verrekken
  5. zouden verrekken
  6. zouden verrekken
diversen
  1. verrek!
  2. verrekt!
  3. verrekt
  4. verrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verrekken:

NounRelated TranslationsOther Translations
morirse creperen; wegsterven
reventarse afbeulen
VerbRelated TranslationsOther Translations
agonizar hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken
dañarse hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken
distender hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken
morir miserablemente creperen; verrekken; zieltogen
morirse creperen; hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken; zieltogen bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; ontslapen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; verscheiden; wegvallen
padecer hambre hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken
reventar creperen; verrekken; zieltogen aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen; kapot barsten; klauteren; omwoelen; ontploffen; over iets springen; ploffen; springen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uiteenspatten; vanaf springen
reventarse creperen; verrekken; zieltogen