Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verschrompelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verschrompelen from Dutch to Spanish

verschrompelen:

verschrompelen verb (verschrompel, verschrompelt, verschrompelde, verschrompelden, verschrompeld)

  1. verschrompelen (samentrekken; slinken; indrogen; schrompelen)

Conjugations for verschrompelen:

o.t.t.
  1. verschrompel
  2. verschrompelt
  3. verschrompelt
  4. verschrompelen
  5. verschrompelen
  6. verschrompelen
o.v.t.
  1. verschrompelde
  2. verschrompelde
  3. verschrompelde
  4. verschrompelden
  5. verschrompelden
  6. verschrompelden
v.t.t.
  1. ben verschrompeld
  2. bent verschrompeld
  3. is verschrompeld
  4. zijn verschrompeld
  5. zijn verschrompeld
  6. zijn verschrompeld
v.v.t.
  1. was verschrompeld
  2. was verschrompeld
  3. was verschrompeld
  4. waren verschrompeld
  5. waren verschrompeld
  6. waren verschrompeld
o.t.t.t.
  1. zal verschrompelen
  2. zult verschrompelen
  3. zal verschrompelen
  4. zullen verschrompelen
  5. zullen verschrompelen
  6. zullen verschrompelen
o.v.t.t.
  1. zou verschrompelen
  2. zou verschrompelen
  3. zou verschrompelen
  4. zouden verschrompelen
  5. zouden verschrompelen
  6. zouden verschrompelen
diversen
  1. verschrompel!
  2. verschrompelt!
  3. verschrompeld
  4. verschrompelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verschrompelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
encogerse indrogen; samentrekken; schrompelen; slinken; verschrompelen ineenduiken; ineenkrimpen; ineenschrompelen; inkrimpen; krimpen; schrompelen; slinken; verkrappen
secarse indrogen; samentrekken; schrompelen; slinken; verschrompelen drogen; harden; opdrogen; stalen; uitharden

Wiktionary Translations for verschrompelen:

verschrompelen
verb
  1. door uitdroging rimpelig en klein worden

Cross Translation:
FromToVia
verschrompelen demacrarse emaciate — (intransitive) become extremely thin or wasted
verschrompelen marchitar wither — (intransitive) shrivel, droop, dry up