Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verwezenlijkt:
  2. verwezenlijken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verwezenlijkt from Dutch to Spanish

verwezenlijkt:


verwezenlijken:

verwezenlijken verb (verwezenlijk, verwezenlijkt, verwezenlijkte, verwezenlijkten, verwezenlijkt)

  1. verwezenlijken (verwerkelijken; realiseren; bewerkstelligen)

Conjugations for verwezenlijken:

o.t.t.
  1. verwezenlijk
  2. verwezenlijkt
  3. verwezenlijkt
  4. verwezenlijken
  5. verwezenlijken
  6. verwezenlijken
o.v.t.
  1. verwezenlijkte
  2. verwezenlijkte
  3. verwezenlijkte
  4. verwezenlijkten
  5. verwezenlijkten
  6. verwezenlijkten
v.t.t.
  1. heb verwezenlijkt
  2. hebt verwezenlijkt
  3. heeft verwezenlijkt
  4. hebben verwezenlijkt
  5. hebben verwezenlijkt
  6. hebben verwezenlijkt
v.v.t.
  1. had verwezenlijkt
  2. had verwezenlijkt
  3. had verwezenlijkt
  4. hadden verwezenlijkt
  5. hadden verwezenlijkt
  6. hadden verwezenlijkt
o.t.t.t.
  1. zal verwezenlijken
  2. zult verwezenlijken
  3. zal verwezenlijken
  4. zullen verwezenlijken
  5. zullen verwezenlijken
  6. zullen verwezenlijken
o.v.t.t.
  1. zou verwezenlijken
  2. zou verwezenlijken
  3. zou verwezenlijken
  4. zouden verwezenlijken
  5. zouden verwezenlijken
  6. zouden verwezenlijken
diversen
  1. verwezenlijk!
  2. verwezenlijkt!
  3. verwezenlijkt
  4. verwezenlijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verwezenlijken:

NounRelated TranslationsOther Translations
desarrollar beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen
VerbRelated TranslationsOther Translations
desarrollar bewerkstelligen; realiseren; verwerkelijken; verwezenlijken afwisselen; geschikt maken voor bebouwing; graven; herzien; in het leven roepen; maken; ontginnen; ontplooien; ontwikkelen; opbloeien; opdelven; opfleuren; opgraven; scheppen; tot bloei komen; tot ontwikkeling brengen; tot volle wasdom komen; uiteenvouwen; veranderen; verwisselen; wijzigen
explotar bewerkstelligen; realiseren; verwerkelijken; verwezenlijken aan stukken springen; bouwklaar maken; exploderen; exploiteren; klappen; laten exploderen; leegknijpen; ontginnen; ontploffen; ontwikkelen; opblazen; persen; ploffen; profiteren; springen; tot ontwikkeling brengen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uitbuiten; uitpersen; voor landbouw klaar maken; voordeel trekken
hacer realidad bewerkstelligen; realiseren; verwerkelijken; verwezenlijken
realizar bewerkstelligen; realiseren; verwerkelijken; verwezenlijken afmaken; afsluiten; bedingen; bewerkstelligen; beëindigen; doden; doen; doodmaken; doodslaan; een einde maken aan; een prestatie leveren; eindigen; fixen; handelen; klaarspelen; lappen; liquideren; ombrengen; ophouden; presteren; stoppen; tot stand brengen; totstandbrengen; uitrichten; uitvoeren; van kant maken; vermoorden; verrichten; voor elkaar krijgen; waarmaken

Wiktionary Translations for verwezenlijken:


Cross Translation:
FromToVia
verwezenlijken lograr bring about — To accomplish
verwezenlijken realizar; efectivar; cumplir; llevar a cabo; ejecutar réaliser — construire