Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- verwonderen:
-
Wiktionary:
- verwonderen → asombrar, asombrarse
- verwonderen → asombrar, sorprender, admirar
Dutch
Detailed Translations for verwonderen from Dutch to Spanish
verwonderen:
-
verwonderen (verbazen; verbijsteren; bevreemden)
-
verwonderen (afvragen)
preguntarse-
preguntarse verb
-
Conjugations for verwonderen:
o.t.t.
- verwonder
- verwondert
- verwondert
- verwonderen
- verwonderen
- verwonderen
o.v.t.
- verwonderde
- verwonderde
- verwonderde
- verwonderden
- verwonderden
- verwonderden
v.t.t.
- heb verwonderd
- hebt verwonderd
- heeft verwonderd
- hebben verwonderd
- hebben verwonderd
- hebben verwonderd
v.v.t.
- had verwonderd
- had verwonderd
- had verwonderd
- hadden verwonderd
- hadden verwonderd
- hadden verwonderd
o.t.t.t.
- zal verwonderen
- zult verwonderen
- zal verwonderen
- zullen verwonderen
- zullen verwonderen
- zullen verwonderen
o.v.t.t.
- zou verwonderen
- zou verwonderen
- zou verwonderen
- zouden verwonderen
- zouden verwonderen
- zouden verwonderen
diversen
- verwonder!
- verwondert!
- verwonderd
- verwonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verwonderen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
preguntarse | ondervraging | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
asombrarse | bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen | opkijken; opzien; verrast opkijken; versteld staan |
preguntarse | afvragen; verwonderen | benieuwen; vraag stellen; vragen; zich afvragen; zich verwonderen |
sorprenderse | bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen | |
- | verbazen |
Synonyms for "verwonderen":
Related Definitions for "verwonderen":
Wiktionary Translations for verwonderen:
verwonderen
Cross Translation:
verb
-
overgankelijk werkwoord
- verwonderen → asombrar
-
wederkerend werkwoord
- verwonderen → asombrarse
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verwonderen | → asombrar; sorprender | ↔ wundern — (transitiv) jemand oder etwas erstaunt jemanden |
• verwonderen | → asombrar; admirar | ↔ étonner — (term, sens étymologique concret) ébranler à la manière du tonnerre. |