Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vrijspraak:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vrijspraak from Dutch to Spanish

vrijspraak:

vrijspraak [de ~] noun

  1. de vrijspraak
    la absolución

Translation Matrix for vrijspraak:

NounRelated TranslationsOther Translations
absolución vrijspraak absolutie; amnestie; begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; vrijlating

Wiktionary Translations for vrijspraak:


Cross Translation:
FromToVia
vrijspraak absolución absolutionaction d’absoudre.
vrijspraak absolución acquittementaction d’acquitter, en parlant de dette ou d’engagements.

Related Translations for vrijspraak