Noun | Related Translations | Other Translations |
regular
|
|
afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
regular
|
|
afdoen; afhandelen; afstellen; afstemmen; beslechten; bijstellen; regelen; reguleren; twist uit de weg ruimen; zich voegen
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
bien ordenado
|
goed geordend; welgeordend
|
fatsoenlijk; netjes; opgeruimd; ordelijk; ordentelijk; proper; schoon; sec; zindelijk
|
bien sistematizado
|
goed geordend; welgeordend
|
|
ordenado
|
goed geordend; welgeordend
|
fatsoenlijk; geordend; geselecteerd; methodisch; netjes; opgeruimd; ordelijk gemaakt; ordentelijk; planmatig; proper; schoon; sec; stelselmatig; systematisch; uitgekozen; uitgezocht; zindelijk
|
regulado
|
goed geordend; welgeordend
|
fatsoenlijk; geregeld; met vast ritme; methodisch; netjes; ordentelijk; planmatig; regelmatig; stelselmatig; systematisch
|
regular
|
goed geordend; welgeordend
|
dikwijls; doorsnee; fatsoenlijk; frequent; gemiddeld; geregeld; matig; medium; meermaals; menigmaal; met regelmaat; met vast ritme; methodisch; middelmatig; min; modaal; netjes; niet al te best; onbeduidend; op vaste tijden; ordentelijk; planmatig; regelmatig; regulier; stelselmatig; systematisch; vaak; veelvuldig; zwak; zwakjes
|