Summary


Dutch

Detailed Translations for wezenlijkheid from Dutch to Spanish

wezenlijkheid:

wezenlijkheid [de ~ (v)] noun

  1. de wezenlijkheid
    la realidad; la esencia

Translation Matrix for wezenlijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
esencia wezenlijkheid belangrijkste punt; bloedpomp; essentie; hart; hoofdpunt; kern; midden
realidad wezenlijkheid realiteit; werkelijkheid

Related Words for "wezenlijkheid":


Wiktionary Translations for wezenlijkheid:


Cross Translation:
FromToVia
wezenlijkheid realidad réalitéexistence effectif.

wezenlijk:


Translation Matrix for wezenlijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
esencial belangrijkste punt; hoofdpunt
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- essentieel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
básico essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk basis; elementair
crucial essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk beslissend; cruciaal; doorslaggevend; elementair; essentieel; heel belangrijk; kardinaal; noodzakelijk; van levensbelang; vereist; vitaal; voornaamst
decisivo essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk achterste; afdoend; beslissend; cruciaal; definitieve; elementair; essentieel; finaal; kardinaal; laatste; meestens; noodzakelijk; overtuigend; overwegend; vereist; voornaamst
elemental essentieel; fundamenteel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk basis; benodigd; cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist
esencial essentieel; fundamenteel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk belangrijk; benodigd; cruciaal; daadwerkelijk; elementair; essentieel; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; kardinaal; noodzakelijk; noodzakelijkerwijs; van belang; vereist; voornaamst; werkelijk
fundamental essentieel; fundamenteel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk benodigd; cruciaal; daadwerkelijk; door de behoefte vereist; elementair; essentieel; feitelijk; fundamentalistisch; fundamenteel; in feite; in werkelijkheid; kardinaal; nodig; noodzakelijk; principieel; tot grondslag dienend; vereist; voornaamst; werkelijk
imprescindible essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk benodigd; broodnodig; cruciaal; door de behoefte vereist; elementair; essentieel; hard nodig; hoognodig; nodig; noodzakelijk; noodzakelijkerwijs; vereist
indispensable essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk broodnodig; cruciaal; elementair; essentieel; hard nodig; hoognodig; noodzakelijk; onafwendbaar; onvermijdelijk; vereist
ineludible essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk achterste; definitieve; finaal; laatste; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk; onweerlegbaar; vast en zeker
inevitable essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk achterste; finaal; laatste; noodzakelijkerwijs; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermijdelijk; onvermurwbaar; onweerlegbaar; vast en zeker
muy necesario essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk broodnodig; hard nodig
primordial essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
substancial essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk benodigd; cruciaal; daadwerkelijk; door de behoefte vereist; elementair; essentieel; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; nodig; noodzakelijk; vereist; werkelijk
vital essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk actief; beweeglijk; cruciaal; daadkrachtig; dynamisch; elementair; energiek; essentieel; intens; intensief; kardinaal; krachtig; levendig; levenskrachtig; met een krachtige uitwerking; noodzakelijk; van levensbelang; vereist; vitaal; voornaamst

Related Words for "wezenlijk":


Synonyms for "wezenlijk":


Related Definitions for "wezenlijk":

  1. heel belangrijk, onmisbaar1
    • zij is een kind en jij bent volwassen, dat is een wezenlijk verschil1

Wiktionary Translations for wezenlijk:


Cross Translation:
FromToVia
wezenlijk esencial essentiel — Qui appartenir à l’essence, qui est de l’essence.
wezenlijk verdadero; real réelvéritable, effectif, vrai, sans fiction ni figure.