Dutch

Detailed Translations for vals from Dutch to French

vals:

vals adj

  1. vals (niet echt)
  2. vals (onecht; bedriegelijk; nagemaakt; onwaar; gefingeerd)
  3. vals (slecht; gemeen; min)
  4. vals (verraderlijk)
  5. vals (met slechte intentie; slecht; gemeen; kwaadwillig)
  6. vals (verraderlijk; gevaarlijk)
  7. vals (schurkachtig; gemeen; gluiperig; boosaardig; boefachtig)
  8. vals (valselijk; ten onrechte)

Translation Matrix for vals:

NounRelated TranslationsOther Translations
bas kniekous; kous
basse bas; bromstem; contrabas
faux falsificatie; verkeerde; vervalsing; zeis
fourbe gluiperds
infidèle afvallige; verzaakster; verzaker
mal bezwaar; chagrijn; ergernis; grief; het klagen; inspanning; klacht; last; leed; moeite; ongemak; ongerief; pijn; pijn doen; soesa; zeer; zeer doen; ziekte
malicieux bij de pinken zijn; doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid
méchant eikel; hond; klootzak; lul; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap; stouterd
traître landverrader; verklapper; verlinker; verrader
OtherRelated TranslationsOther Translations
malicieux boosaardig; slecht
ModifierRelated TranslationsOther Translations
abject bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals banaal; laag; verachtelijk; vuig
bas bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; banaal; diep; doortrapt; gedempt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; halfluid; laag; laag liggend; laag-bij-de-grond; laaghangend; laaghartig; leep; listig; lomp; niet hoog; onedel; plat; platvloers; ploertig; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vunzig
basse bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals banaal; gemeen; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghangend; laaghartig; lomp; onedel; plat; platvloers; ploertig; schunnig; triviaal; vunzig
bassement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; banaal; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; onedel; plat; platvloers; ploertig; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vunzig
en traître gevaarlijk; vals; verraderlijk achterbaks; geniepig; gluiperig; in het geniep; snood; stiekem; trouweloos; verraderlijk
erroné niet echt; vals abuis; abusief; ernaast; fout; foutief; mis; onjuist; onwaar; ten onrechte; verkeerd
fausse niet echt; vals ernaast; fout; foutief; huichelachtig; mis; ondergeschoven; onjuist; onoprecht; onwaar; ten onrechte; verkeerd
faussement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; ten onrechte; vals; valselijk
faux bedriegelijk; gefingeerd; gemeen; kwaadwillig; met slechte intentie; nagemaakt; niet echt; onecht; onwaar; slecht; vals achterbaks; bedrieglijk; ernaast; fout; foutief; gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; geniepig; gluiperig; huichelachtig; illusoir; in het geniep; kunstmatig; mis; misleidend; onaanvaardbaar; onacceptabel; ondergeschoven; onharmonisch; onjuist; onnatuurlijk; onoprecht; onwaar; onwaarachtig; snood; stiekem; ten onrechte; verkeerd
feint bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals aangenomen; denkbeeldig; fictief; geaffecteerd; gedwongen; gefingeerd; geforceerd; gehuicheld; gekunsteld; gemaakt; gemaakte gevoelens; geveinsd; gewrongen; gezocht; huichelachtig; huichelend; kunstmatig; onnatuurlijk; onoprecht; veinzend; verdicht; voorwendend
fictif bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals aangenomen; bedacht; bedrieglijk; denkbeeldig; fantastisch; fictief; gefingeerd; geveinsd; hypothetisch; illusoir; imaginair; ingebeeld; misleidend; verdicht; verzonnen
fourbe boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; schurkachtig; vals achterbaks; geniepig; gluiperig; in het geniep; snood; stiekem
félon boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; schurkachtig; vals achterbaks; geniepig; gluiperig; in het geniep; snood; stiekem
ignoble bedriegelijk; boefachtig; boosaardig; gefingeerd; gemeen; gluiperig; min; nagemaakt; onecht; onwaar; schurkachtig; slecht; vals banaal; donker; dubieus; duister; eerloos; gemeen; glibberig; grof; infaam; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; obscuur; onedel; onguur; plat; platvloers; ploertig; schunnig; triviaal; verdacht; vuig; vunzig
ignoblement bedriegelijk; boefachtig; boosaardig; gefingeerd; gemeen; gluiperig; nagemaakt; onecht; onwaar; schurkachtig; vals banaal; gemeen; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; onedel; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig
incorrect niet echt; vals abuis; abusief; abusievelijk; ernaast; fout; foutief; mis; onbehoorlijk; onbetamelijk; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onjuist; onkies; onpassend; onvertogen; onwaar; onwelgevoegelijk; onwelvoegelijk; ten onrechte; verkeerd
inexact niet echt; vals ernaast; fout; foutief; inexact; mis; onjuist; onnauwkeurig; onwaar; onzorgvuldig; ten onrechte; verkeerd
infidèle vals; verraderlijk afgodsdienstig; afvallig; ontrouw; overspelig; perfide; trouweloos; verraderlijk
infâme boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; schurkachtig; vals banaal; beledigend; eerloos; gemeen; godgeklaagd; grof; hemeltergend; infaam; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; onedel; plat; platvloers; schunnig; ten hemel schreiend; triviaal; vuig; vunzig; zeer ergerlijk
inventé bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals aangenomen; bedacht; denkbeeldig; fictief; gefabriceerd; gefantaseerd; gefingeerd; geveinsd; uit de duim gezogen; verdicht; verzonnen
mal gemeen; kwaadwillig; met slechte intentie; min; slecht; vals bedorven; erg; ernstig; kwalijk; leed aandoend; menstruerend; onaanvaardbaar; onacceptabel; ongepast; ongesteld; onkies; onvertogen; rot; rottig; slecht; snood; van bedenkelijke aard; vergaan; verkeerd; verrot
malfaisant gemeen; min; slecht; vals
malicieusement boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; schurkachtig; vals bengelachtig; duivelachtig; duivels; guitig; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; kwaadaardig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig
malicieux boefachtig; boosaardig; gemeen; gluiperig; schurkachtig; vals arglistig; bengelachtig; boosaardig; doortrapt; duivelachtig; duivels; ernaast; fout; foutief; geraffineerd; geslepen; guitig; hatelijk; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; kwaadaardig; kwajongensachtig; leep; link; listig; malicieus; mis; ondeugend; onjuist; onwaar; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; serpentachtig; slinks; sluw; snaaks; spotachtig; stekelig; ten onrechte; verkeerd; verraderlijk; vijandig
mauvais gemeen; kwaadwillig; met slechte intentie; min; slecht; vals arm; donker; dubieus; duister; erg; ernstig; gemeen; giftig; glibberig; inferieur; kwaadaardig; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; minderwaardig; niet lekker; niet smakelijk; obscuur; ondermaats; ondeugdelijk; onedel; ongepast; onguur; onkies; onvertogen; slecht; snood; tweederangs; van bedenkelijke aard; venijnig; verdacht; verkeerd; zwak
mensonger niet echt; vals duister; leugenachtig; louche; onbetrouwbaar; onguur; verdacht
méchant bedriegelijk; gefingeerd; gemeen; kwaadwillig; met slechte intentie; min; nagemaakt; onecht; onwaar; slecht; vals achterbaks; banaal; bar slecht; donker; doortrapt; dubieus; duister; duivelachtig; duivels; erg boosaardig; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; giftig; glibberig; gluiperig; grof; honds; kwaadaardig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; obscuur; onedel; onguur; pesterig; plat; platvloers; schunnig; serpentachtig; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; venijnig; verdacht; vunzig
méprisable bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals arm; banaal; gemeen; grof; inferieur; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; onedel; plat; platvloers; schunnig; slecht; triviaal; tweederangs; verachtelijk; vuig; vunzig; zwak
ordinaire bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals alledaags; alledaagse; bescheiden; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemakkelijk; gemeen; gewoon; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; makkelijk; natuurlijk; nederig; niet moeilijk; niet voornaam; niets bijzonders; normaal; onedel; ongecompliceerd; ongekunsteld; ordinair; plat; platvloers; simpel; van eenvoudige komaf; vulgair
ordinairement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals doorgaans; gemeen; gemeenlijk; gewoonlijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; meestal; merendeels; onedel; vaak; veelal; voor het grootste gedeelte
perfide bedriegelijk; gefingeerd; gemeen; kwaadwillig; met slechte intentie; min; nagemaakt; onecht; onwaar; slecht; vals achterbaks; arglistig; doortrapt; duivelachtig; duivels; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; giftig; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; kwaadaardig; leep; link; listig; ontrouw; op steelse wijze; overspelig; perfide; slinks; sluw; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; uitgekookt; venijnig
perfidement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; doortrapt; duivelachtig; duivels; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; kwaadaardig; leep; listig; ontrouw; op steelse wijze; overspelig; perfide; slinks; sluw; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; uitgekookt
perfidieux vals; verraderlijk
rudement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals agressief; bot; gewelddadig; hard; hardhandig; kortaf; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onzacht; ruw; zonder omhaal
supposé bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals gewaand; vermeend; verondersteld
traître gevaarlijk; vals; verraderlijk achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; in het geniep; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; trouweloos; uitgekookt; verraderlijk
traîtreusement gevaarlijk; vals; verraderlijk achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; in het geniep; leep; listig; ontrouw; overspelig; slinks; sluw; snood; stiekem; trouweloos; uitgekookt; verraderlijk
vachement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel; ontzettend; verschrikkelijk; vreselijk
vil bedriegelijk; gefingeerd; gemeen; min; nagemaakt; onecht; onwaar; slecht; vals achterbaks; banaal; donker; doortrapt; dubieus; duister; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glibberig; gluiperig; grof; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; obscuur; onedel; onguur; plat; platvloers; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; verdacht; vuig; vunzig
vulgaire bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals banaal; bot; grof; laag-bij-de-grond; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; ongelikt; onopgevoed; ordinair; plat; platvloers; schofterig; schunnig; triviaal; volks; vulgair; vunzig
vulgairement bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals

Related Words for "vals":


Antonyms for "vals":


Related Definitions for "vals":

  1. boosaardig, niet te vertrouwen1
    • kom niet dicht bij die valse hond, hij bijt weleens1
  2. nagemaakt, onecht1
    • hij betaalde met vals geld1
  3. onwaar of onjuist1
    • het was weer eens vals alarm1

Wiktionary Translations for vals:


Cross Translation:
FromToVia
vals faux; incorrect false — untrue, not factual, wrong
vals faux; artificiel false — spurious, artificial
vals faux false — state in Boolean logic that indicates a negative result
vals faux spurious — false
vals faux falschlügen, nicht den Tatsachen entsprechend
vals faux falschals Charakter: verlogen
vals faux; feint falschnachmachen

val:

val [de ~ (m)] noun

  1. de val (hinderlaag; valstrik)
    le piège; le guet-apens; l'embuscade
  2. de val (minder worden; afname; terugloop; daling)
    la diminution; la baisse; la chute; la descente; le déclin; la décroissance; la décrue; l'amoindrissement
  3. de val (teloorgang; ondergang; debacle; tenondergang)
    la débâcle; la chute; la destruction; l'inconvénient; la ruine
  4. de val (terechtkomen; landing)

Translation Matrix for val:

NounRelated TranslationsOther Translations
amoindrissement afname; daling; minder worden; terugloop; val achteruitgang; verval
arrivée à bon port landing; terechtkomen; val
arrivée à destination landing; terechtkomen; val
arrivée à l'endroit voulu landing; terechtkomen; val
atterrissage landing; terechtkomen; val afdaling; daling; landing
baisse afname; daling; minder worden; terugloop; val achteruitgang; afname; daling; koersdaling; koersverlaging; slapte; teruggang; terugloop; vermindering; verval; weekte
chute afname; daling; debacle; minder worden; ondergang; teloorgang; tenondergang; terugloop; val decadentie; inzakken; kelderen; sterk in waarde dalen; terugvallen; tuimelen; vallen; verwording
descente afname; daling; landing; minder worden; terechtkomen; terugloop; val afdalen; afdaling; afklimmen; afstijgen; daling; landing; laten zakken; neerlaten
destruction debacle; ondergang; teloorgang; tenondergang; val afbraak; demontage; ontmanteling; ravage; sloop; uiteenname; vernieling; verwoesting; wegbreken
diminution afname; daling; minder worden; terugloop; val achteruitgang; afname; afname voorraad; afnames; afwaarderingscorrectie; beknotting; daling; deflatie; inkrimping; inperking; kleiner maken; korten; korting; krimpen; minder worden; minderen; ontering; prijsdaling; prijsverlaging; prijsvermindering; reduceren; reductie; salarisvermindering; teruggang; terugloop; verkleining; verlaging; vermindering; verval; vervallingen
débâcle debacle; ondergang; teloorgang; tenondergang; val ijsgang
déclin afname; daling; minder worden; terugloop; val achteruitgang; decadentie; verval; verwording
décroissance afname; daling; minder worden; terugloop; val
décrue afname; daling; minder worden; terugloop; val
embuscade hinderlaag; val; valstrik
guet-apens hinderlaag; val; valstrik
inconvénient debacle; ondergang; teloorgang; tenondergang; val ergernis; hinder; keerzijde; kwaal; moeilijkheid; narigheid; onaangename zijde; overlast; penarie; probleem; schaduwzijde; slepende ziekte; stoornis
piège hinderlaag; val; valstrik klem; klemhaak; kram; loer; streek; valkuil; verstrikking; voetangel; voetijzer
ruine debacle; ondergang; teloorgang; tenondergang; val bouwval; ruïne; verderf; vervallen gebouw
ModifierRelated TranslationsOther Translations
inconvénient nadelig; ongunstig; onvoordelig

Related Words for "val":


Related Definitions for "val":

  1. keer dat je op de grond terechtkomt1
    • hij maakte een lelijke val van de trap1
  2. toestel om dieren mee te vangen1
    • de muis werd gevangen met een val1

Wiktionary Translations for val:

val
noun
  1. omlaag gaan
  2. ten gevolge van de zwaartekracht naar beneden gaan
  3. onvrijwillig ergens op terecht komen
  4. hoogte van waarvandaan iets naar beneden valt
  5. van zijn macht beroofd worden
  6. richting van de stof, waarbij de figuren op de stof naar beneden gaan
  7. beweegbare vloer van een ophaalbrug
  8. apparaat met een vallende deur of klem met als doel dieren te vangen
  9. lijn waarmee een vlag, zeil of rondhout gehesen kan worden
val
Cross Translation:
FromToVia
val chute drop — a fall
val chute fall — act of moving in gas or vacuum under the effect of gravity from a point to a lower point
val chute; déclin fall — loss of greatness or status
val piège; collet trap — device designed to catch or kill animals
val piège; traquenard; souricière trap — trick or arrangement designed to catch someone in a more general sense
val chute FallPhysik: eine schnelle Abwärtsbewegung
val drisse FallSeemannssprache: ein hängendes Tau
val chute Sturz — heftiger Fall auf den Boden

Related Translations for vals