Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. stangen:
  2. stang:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stangen from Dutch to French

stangen:

stangen verb

  1. stangen (sarren; uitdagen; pesten; )
    harceler; taquiner; irriter; enquiquiner; agacer; asticoter
    • harceler verb (harcelle, harcelles, harcelons, harcelez, )
    • taquiner verb (taquine, taquines, taquinons, taquinez, )
    • irriter verb (irrite, irrites, irritons, irritez, )
    • enquiquiner verb (enquiquine, enquiquines, enquiquinons, enquiquinez, )
    • agacer verb (agace, agaces, agaçons, agacez, )
    • asticoter verb (asticote, asticotes, asticotons, asticotez, )

Translation Matrix for stangen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
agacer jennen; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zieken aanblazen; aanstoken; aanwakkeren; ergeren; irriteren; koeioneren; kwellen; lastigvallen; narren; op de zenuwen werken; oppoken; opstoken; pesten; plagen; poken; sarren; stoken; tarten; teisteren; tergen; treiteren; vervelen
asticoter jennen; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zieken etteren; griepen; klieren; wegpesten; zeiken
enquiquiner jennen; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zieken etteren; griepen; klieren; koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren; wegpesten; zeiken; zemelen
harceler jennen; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zieken lastigvallen; omwoelen; teisteren
irriter jennen; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zieken ergeren; iets vergallen; irriteren; op de zenuwen werken; raspen; schaven; schuren; verknoeien; verstoren; vertoornen; vervelen
taquiner jennen; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zieken foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden; wegpesten

Related Words for "stangen":


Wiktionary Translations for stangen:


Cross Translation:
FromToVia
stangen monter qqn; taquiner needle — to tease in order to provoke

stangen form of stang:

stang [de ~] noun

  1. de stang (staaf; baton; stok; staf)
    le bâton; le barreau; la barre; le lingot; le rayon; la tringle; le rai

Translation Matrix for stang:

NounRelated TranslationsOther Translations
barre baton; staaf; staf; stang; stok balie; balkonhek; balustrade; chocolade; chocoladereep; gelid; gerecht; gerechtshof; getuigenbank; hof; lijn; linie; pastille; plak; rechtbank; reep; reep chocolade; rij; schreef; staaf; streep; tablet; tribunaal
barreau baton; staaf; staf; stang; stok spijl; stijl; tralie
bâton baton; staaf; staf; stang; stok bâton; dirigeerstaf; duimstok; maatstaf; maatstok; pastille; plak; reep; reep chocolade; reepje; staaf; staak; tablet
lingot baton; staaf; staf; stang; stok blok
rai baton; staaf; staf; stang; stok spaak
rayon baton; staaf; staf; stang; stok afdeling; basisbestanddeel; bestanddeel; bestuursregio; boekenplank; component; deel; departement; detachement; divisie; element; erf; fractie; grondgebied; ingrediënt; legbord; onderdeel; plank; radiatie; radius; rek; schap; sectie; spaak; spaak van een fietswiel; sprankeltje; straal; straalbundel; stralenbundel; straling; stuk; tak; terrein; territorium; uitstraling; vakgroep; vonkje; wielspaak
tringle baton; staaf; staf; stang; stok traproede

Related Words for "stang":


Related Definitions for "stang":

  1. lange dunne staaf van metaal1
    • het kind zat op de stang van zijn vaders fiets1

Wiktionary Translations for stang:

stang
noun
  1. pièce de bois, de métal, etc., étroite et longue.
  2. barre de bois ou de fer qui sert de clôture.
  3. Morceau de bois assez long
  4. Grande perche.
  5. long pièce de bois.

Cross Translation:
FromToVia
stang barre bar — solid object with uniform cross-section