Summary
Dutch to French: more detail...
- uitvaardigen:
-
Wiktionary:
- uitvaardigen → proclamer
- uitvaardigen → promulguer
Dutch
Detailed Translations for uitvaardigen from Dutch to French
uitvaardigen:
-
uitvaardigen (decreteren; afkondigen)
statuer; ordonner; décréter-
statuer verb (statue, statues, statuons, statuez, statuent, statuais, statuait, statuions, statuiez, statuaient, statuai, statuas, statua, statuâmes, statuâtes, statuèrent, statuerai, statueras, statuera, statuerons, statuerez, statueront)
-
ordonner verb (ordonne, ordonnes, ordonnons, ordonnez, ordonnent, ordonnais, ordonnait, ordonnions, ordonniez, ordonnaient, ordonnai, ordonnas, ordonna, ordonnâmes, ordonnâtes, ordonnèrent, ordonnerai, ordonneras, ordonnera, ordonnerons, ordonnerez, ordonneront)
-
décréter verb (décrète, décrètes, décrétons, décrétez, décrètent, décrétais, décrétait, décrétions, décrétiez, décrétaient, décrétai, décrétas, décréta, décrétâmes, décrétâtes, décrétèrent, décréterai, décréteras, décrétera, décréterons, décréterez, décréteront)
-
Conjugations for uitvaardigen:
o.t.t.
- vaardig uit
- vaardigt uit
- vaardigt uit
- vaardigen uit
- vaardigen uit
- vaardigen uit
o.v.t.
- vaardigde uit
- vaardigde uit
- vaardigde uit
- vaardigden uit
- vaardigden uit
- vaardigden uit
v.t.t.
- heb uitgevaardigd
- hebt uitgevaardigd
- heeft uitgevaardigd
- hebben uitgevaardigd
- hebben uitgevaardigd
- hebben uitgevaardigd
v.v.t.
- had uitgevaardigd
- had uitgevaardigd
- had uitgevaardigd
- hadden uitgevaardigd
- hadden uitgevaardigd
- hadden uitgevaardigd
o.t.t.t.
- zal uitvaardigen
- zult uitvaardigen
- zal uitvaardigen
- zullen uitvaardigen
- zullen uitvaardigen
- zullen uitvaardigen
o.v.t.t.
- zou uitvaardigen
- zou uitvaardigen
- zou uitvaardigen
- zouden uitvaardigen
- zouden uitvaardigen
- zouden uitvaardigen
en verder
- ben uitgevaardigd
- bent uitgevaardigd
- is uitgevaardigd
- zijn uitgevaardigd
- zijn uitgevaardigd
- zijn uitgevaardigd
diversen
- vaardig uit!
- vaardigt uit!
- uitgevaardigd
- uitvaardigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitvaardigen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
décréter | afkondigen; decreteren; uitvaardigen | afkondigen; bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; opdragen; ordonneren; verordenen; verordineren |
ordonner | afkondigen; decreteren; uitvaardigen | aanvoeren; afkondigen; bevel voeren over; bevelen; commanderen; decreteren; dicteren; een brief dicteren; gebieden; gelasten; leiden; leidinggeven; opdragen; ordenen; ordonneren; verordenen; verordineren; verordonneren; voorschrijven |
statuer | afkondigen; decreteren; uitvaardigen |
Wiktionary Translations for uitvaardigen:
uitvaardigen
Cross Translation:
verb
-
publier, annoncer à haute voix et avec solennité.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitvaardigen | → promulguer | ↔ promulgate — to put into effect as a regulation |