Summary


Dutch

Detailed Translations for afschaffing from Dutch to French

afschaffing:

afschaffing [de ~ (v)] noun

  1. de afschaffing (geheelonthouding)
    l'abolition; la suppression; l'abrogation; l'abstention; l'abstinence
  2. de afschaffing (opheffing)
    le soulèvement; la liquidation; la suppression; la fermeture

Translation Matrix for afschaffing:

NounRelated TranslationsOther Translations
abolition afschaffing; geheelonthouding
abrogation afschaffing; geheelonthouding herroepen; herroeping; intrekken; opheffen; terugnemen
abstention afschaffing; geheelonthouding 't afzien van; abstinentie; geheelonthouding; onthouden; onthouding; vasten
abstinence afschaffing; geheelonthouding 't afzien van; abstinentie; geheelonthouding; onthouden; onthouding; vasten
fermeture afschaffing; opheffing afsluiting; dichtdoen; dichtdraaien; dichtmaken; het afsluiten; sluiting; sluitingstermijn; termijn; tijdlimiet
liquidation afschaffing; opheffing afwikkelen; afwikkeling; executie; liquidatie; moord; opheffingsuitverkoop; opruiming; opruimingsuitverkoop; uitverkoop; vernietiging; zaakafwikkeling
soulèvement afschaffing; opheffing plotselinge omwenteling
suppression afschaffing; geheelonthouding; opheffing

Related Words for "afschaffing":

  • afschaffingen

Wiktionary Translations for afschaffing: