Dutch
Detailed Translations for exposeren from Dutch to French
exposeren:
-
exposeren (tonen; vertonen; tentoonstellen)
montrer; présenter; faire étalage de; exposer; étaler; faire voir; exhiber-
montrer verb (montre, montres, montrons, montrez, montrent, montrais, montrait, montrions, montriez, montraient, montrai, montras, montra, montrâmes, montrâtes, montrèrent, montrerai, montreras, montrera, montrerons, montrerez, montreront)
-
présenter verb (présente, présentes, présentons, présentez, présentent, présentais, présentait, présentions, présentiez, présentaient, présentai, présentas, présenta, présentâmes, présentâtes, présentèrent, présenterai, présenteras, présentera, présenterons, présenterez, présenteront)
-
faire étalage de verb
-
exposer verb (expose, exposes, exposons, exposez, exposent, exposais, exposait, exposions, exposiez, exposaient, exposai, exposas, exposa, exposâmes, exposâtes, exposèrent, exposerai, exposeras, exposera, exposerons, exposerez, exposeront)
-
étaler verb (étale, étales, étalons, étalez, étalent, étalais, étalait, étalions, étaliez, étalaient, étalai, étalas, étala, étalâmes, étalâtes, étalèrent, étalerai, étaleras, étalera, étalerons, étalerez, étaleront)
-
faire voir verb
-
exhiber verb (exhibe, exhibes, exhibons, exhibez, exhibent, exhibais, exhibait, exhibions, exhibiez, exhibaient, exhibai, exhibas, exhiba, exhibâmes, exhibâtes, exhibèrent, exhiberai, exhiberas, exhibera, exhiberons, exhiberez, exhiberont)
-
-
exposeren (tentoonstellen; vertonen; tonen; voor ogen brengen)
exposer; montrer; révéler; présenter; étaler; exhiber; manifester; faire étalage de-
exposer verb (expose, exposes, exposons, exposez, exposent, exposais, exposait, exposions, exposiez, exposaient, exposai, exposas, exposa, exposâmes, exposâtes, exposèrent, exposerai, exposeras, exposera, exposerons, exposerez, exposeront)
-
montrer verb (montre, montres, montrons, montrez, montrent, montrais, montrait, montrions, montriez, montraient, montrai, montras, montra, montrâmes, montrâtes, montrèrent, montrerai, montreras, montrera, montrerons, montrerez, montreront)
-
révéler verb (révèle, révèles, révélons, révélez, révèlent, révélais, révélait, révélions, révéliez, révélaient, révélai, révélas, révéla, révélâmes, révélâtes, révélèrent, révélerai, révéleras, révélera, révélerons, révélerez, révéleront)
-
présenter verb (présente, présentes, présentons, présentez, présentent, présentais, présentait, présentions, présentiez, présentaient, présentai, présentas, présenta, présentâmes, présentâtes, présentèrent, présenterai, présenteras, présentera, présenterons, présenterez, présenteront)
-
étaler verb (étale, étales, étalons, étalez, étalent, étalais, étalait, étalions, étaliez, étalaient, étalai, étalas, étala, étalâmes, étalâtes, étalèrent, étalerai, étaleras, étalera, étalerons, étalerez, étaleront)
-
exhiber verb (exhibe, exhibes, exhibons, exhibez, exhibent, exhibais, exhibait, exhibions, exhibiez, exhibaient, exhibai, exhibas, exhiba, exhibâmes, exhibâtes, exhibèrent, exhiberai, exhiberas, exhibera, exhiberons, exhiberez, exhiberont)
-
manifester verb (manifeste, manifestes, manifestons, manifestez, manifestent, manifestais, manifestait, manifestions, manifestiez, manifestaient, manifestai, manifestas, manifesta, manifestâmes, manifestâtes, manifestèrent, manifesterai, manifesteras, manifestera, manifesterons, manifesterez, manifesteront)
-
faire étalage de verb
-
Conjugations for exposeren:
o.t.t.
- exposeer
- exposeert
- exposeert
- exposeren
- exposeren
- exposeren
o.v.t.
- exposeerde
- exposeerde
- exposeerde
- exposeerden
- exposeerden
- exposeerden
v.t.t.
- heb geëxposeerd
- hebt geëxposeerd
- heeft geëxposeerd
- hebben geëxposeerd
- hebben geëxposeerd
- hebben geëxposeerd
v.v.t.
- had geëxposeerd
- had geëxposeerd
- had geëxposeerd
- hadden geëxposeerd
- hadden geëxposeerd
- hadden geëxposeerd
o.t.t.t.
- zal exposeren
- zult exposeren
- zal exposeren
- zullen exposeren
- zullen exposeren
- zullen exposeren
o.v.t.t.
- zou exposeren
- zou exposeren
- zou exposeren
- zouden exposeren
- zouden exposeren
- zouden exposeren
en verder
- is geëxposeerd
- zijn geëxposeerd
diversen
- exposeer!
- exposeert!
- geëxposeerd
- exposerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for exposeren:
Wiktionary Translations for exposeren:
exposeren
verb
-
(overgankelijk)kunst|nld iets laten zien aan bezoekers van een expositie
- exposeren → exposer
French
Detailed Translations for exposeren from French to Dutch
exposeren: (*Using Word and Sentence Splitter)
- exposé: verhaal; geschiedenis; verhaaltje; relaas; vertelling; vertelsel; verdichtsel; verhandeling; essay; verlicht; beschenen; bijgelicht; lezing; voorlezing; leesbeurt; betoog; verslag; bericht; werkstuk; uitgelegd; belicht; toegelicht; referaat; opgehelderd; verhelderd; voordracht; declamatie; versvoordracht; geopend; ontsloten; opengelegd; mening; idee; inzicht; standpunt; visie; leer; oordeel; opvatting; interpretatie; opinie; denkbeeld; zienswijze; situatieschets; gezichtspunt; lering; leerstuk; leerstelling; geloofsleer; situatietekening; inleiding; plattegrond; voorwoord; introductie; grondplan; proloog; opgetrokken; stadskaart; voorbericht; helder geworden
- rené: herboren
- exposer: tonen; tentoonstellen; uitstallen; etaleren; aanbieden; voorleggen; offreren; laten zien; presenteren; verklaren; toelichten; verduidelijken; belichten; ophelderen; verhelderen; accentueren; opklaren; voor ogen brengen; openen; ontsluiten; openmaken; opendoen; vertonen; exposeren; onthullen; ontmaskeren; blootleggen; beschikbaar maken