Dutch

Detailed Translations for onderzoekend from Dutch to French

onderzoekend form of onderzoeken:

onderzoeken verb (onderzoek, onderzoekt, onderzocht, onderzochten, onderzocht)

  1. onderzoeken (naspeuren; nasporen)
    rechercher; faire des recherches; vérifier; examiner; étudier; chercher; inspecter; ouvrir une enquête
    • rechercher verb (recherche, recherches, recherchons, recherchez, )
    • vérifier verb (vérifie, vérifies, vérifions, vérifiez, )
    • examiner verb (examine, examines, examinons, examinez, )
    • étudier verb (étudie, étudies, étudions, étudiez, )
    • chercher verb (cherche, cherches, cherchons, cherchez, )
    • inspecter verb (inspecte, inspectes, inspectons, inspectez, )
  2. onderzoeken (beproeven; testen; keuren)
    tester; examiner; essayer; vérifier; soumettre à une inspection; éprouver; faire une inspection de; inspecter; faire subir un test; passer en revue; faire passer un examen; soumettre à un test; mettre à l'épreuve
    • tester verb (teste, testes, testons, testez, )
    • examiner verb (examine, examines, examinons, examinez, )
    • essayer verb (essaie, essaies, essayons, essayez, )
    • vérifier verb (vérifie, vérifies, vérifions, vérifiez, )
    • éprouver verb (éprouve, éprouves, éprouvons, éprouvez, )
    • inspecter verb (inspecte, inspectes, inspectons, inspectez, )
  3. onderzoeken (vorsen; speuren)
  4. onderzoeken (verkennen; aftasten)
    explorer; reconnaître; prospecter; éclairer; examiner; fouiller
    • explorer verb (explore, explores, explorons, explorez, )
    • reconnaître verb (reconnais, reconnaît, reconnaissons, reconnaissez, )
    • prospecter verb (prospecte, prospectes, prospectons, prospectez, )
    • éclairer verb (éclaire, éclaires, éclairons, éclairez, )
    • examiner verb (examine, examines, examinons, examinez, )
    • fouiller verb (fouille, fouilles, fouillons, fouillez, )

Conjugations for onderzoeken:

o.t.t.
  1. onderzoek
  2. onderzoekt
  3. onderzoekt
  4. onderzoeken
  5. onderzoeken
  6. onderzoeken
o.v.t.
  1. onderzocht
  2. onderzocht
  3. onderzocht
  4. onderzochten
  5. onderzochten
  6. onderzochten
v.t.t.
  1. heb onderzocht
  2. hebt onderzocht
  3. heeft onderzocht
  4. hebben onderzocht
  5. hebben onderzocht
  6. hebben onderzocht
v.v.t.
  1. had onderzocht
  2. had onderzocht
  3. had onderzocht
  4. hadden onderzocht
  5. hadden onderzocht
  6. hadden onderzocht
o.t.t.t.
  1. zal onderzoeken
  2. zult onderzoeken
  3. zal onderzoeken
  4. zullen onderzoeken
  5. zullen onderzoeken
  6. zullen onderzoeken
o.v.t.t.
  1. zou onderzoeken
  2. zou onderzoeken
  3. zou onderzoeken
  4. zouden onderzoeken
  5. zouden onderzoeken
  6. zouden onderzoeken
en verder
  1. ben onderzocht
  2. bent onderzocht
  3. is onderzocht
  4. zijn onderzocht
  5. zijn onderzocht
  6. zijn onderzocht
diversen
  1. onderzoek!
  2. onderzoekt!
  3. onderzocht
  4. onderzoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for onderzoeken:

NounRelated TranslationsOther Translations
examiner bezichtigen; bezichtiging
fouiller aftasten; afvoelen; tasten; voelen
VerbRelated TranslationsOther Translations
chercher naspeuren; nasporen; onderzoeken aankomen; afhalen en meenemen; afzoeken; bezoeken; inlopen; langskomen; naslaan; om zich heen kijken; op bezoek komen; ophalen; oppikken; opzoeken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; rondzien; struinen; voorbijkomen; zich oriënteren; zien te vinden; zoeken
essayer beproeven; keuren; onderzoeken; testen aanpassen; aanproberen; beproeven; betrachten; op proef aantrekken; passen; pogen; proberen; trachten; uitproberen
examiner aftasten; beproeven; keuren; naspeuren; nasporen; onderzoeken; testen; verkennen aankijken; aanschouwen; afwegen; bekijken; beschouwen; bezichtigen; bezien; blikken; blikken werpen; checken; controleren; doordenken; doorvorsen; examineren; gadeslaan; inkijken; inspecteren; inzien; keuren; monsteren; monsters nemen; nagaan; nakijken; naspeuring doen; natrekken; overdenken; overhoren; overwegen; rechercheren; schouwen; snuffelen; speuren; testen; toeschouwen; toetsen; verifiëren
explorer aftasten; onderzoeken; verkennen aftasten; bevoelen; exploreren; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken
faire des recherches naspeuren; nasporen; onderzoeken; speuren; vorsen doorvorsen; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; navorsen; rechercheren; snuffelen; speuren
faire passer un examen beproeven; keuren; onderzoeken; testen examen afnemen; examineren; overhoren; testen; toetsen
faire subir un test beproeven; keuren; onderzoeken; testen controleren; examineren; nagaan; nakijken; overhoren; testen; toetsen; uitproberen; uittesten
faire une inspection de beproeven; keuren; onderzoeken; testen aanschouwen; bekijken; bezichtigen; bezien; controleren; examineren; inspecteren; keuren; overzien; schouwen
fouiller aftasten; onderzoeken; verkennen aftasten; afvoelen; afzoeken; bevoelen; doorzoeken; fouilleren; graaien; grabbelen; grasduinen; in iets rondtasten; naspeuring doen; neuzen; rechercheren; rommelen; scharrelen van kip; snuffelen; snuffelen aan; speuren; visiteren; woelen; wroeten; wurmen; zien te vinden; zoeken
inspecter beproeven; keuren; naspeuren; nasporen; onderzoeken; testen aanschouwen; bekijken; bezichtigen; bezien; controleren; doorvorsen; examineren; inspecteren; keuren; monsteren; monsters nemen; nagaan; nakijken; naspeuring doen; overhoren; overzien; rechercheren; schouwen; snuffelen; speuren; testen; toetsen
mettre à l'épreuve beproeven; keuren; onderzoeken; testen beproeven; controleren; nagaan; nakijken; op de proef stellen; testen; toetsen; uitproberen; uittesten
ouvrir une enquête naspeuren; nasporen; onderzoeken
passer en revue beproeven; keuren; onderzoeken; testen bekijken; bezichtigen; doornemen; inspecteren
prospecter aftasten; onderzoeken; verkennen
rechercher naspeuren; nasporen; onderzoeken afzoeken; azen; bladeren; browsen; controleren; nagaan; nakijken; naspeuren; nasporen; navorsen; op zoek zijn naar; prooizoeken; vinden; zien te vinden; zoeken
rechercher qc onderzoeken; speuren; vorsen
reconnaître aftasten; onderzoeken; verkennen aftasten; als waar erkennen; autoriseren; beseffen; bevoelen; doorzien; erkennen; herkennen; inzien; onderkennen; realiseren; toegeven; vergunnen
soumettre à un test beproeven; keuren; onderzoeken; testen beproeven; controleren; examineren; nagaan; nakijken; overhoren; proberen; testen; toetsen; uitproberen; uittesten
soumettre à une inspection beproeven; keuren; onderzoeken; testen bekijken; bezichtigen; inspecteren
tester beproeven; keuren; onderzoeken; testen beproeven; controleren; examineren; nagaan; nakijken; overhoren; proberen; testen; toetsen; uitproberen; uittesten
vérifier beproeven; keuren; naspeuren; nasporen; onderzoeken; testen aantonen; bepalen; bewijzen; checken; controleren; determineren; iets opzoeken; nagaan; nakijken; natrekken; navragen; nazoeken; staven; vaststellen; verifieren; verifiëren; zekerstellen
éclairer aftasten; onderzoeken; verkennen belichten; beschijnen; bijlichten; licht laten vallen op; met licht beschijnen; verlichten
éprouver beproeven; keuren; onderzoeken; testen aanvoelen; beleven; beproeven; doormaken; ervaren; ervaren als; experimenteren; gewaarworden; horen; lijden; ondervinden; op de proef stellen; proberen; te horen krijgen; uitproberen; vernemen; voelen; voorvoelen
étudier naspeuren; nasporen; onderzoeken bestuderen; blokken; controleren; doornemen; doorvorsen; instuderen; leerstof erin stampen; leren; lezen; nagaan; nakijken; naspeuren; nasporen; navorsen; onderwijzen; studeren
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
rechercher zoeken

Related Words for "onderzoeken":


Related Definitions for "onderzoeken":

  1. precies kijken wat er aan de hand is1
    • de politie onderzocht de diefstal1

Wiktionary Translations for onderzoeken:

onderzoeken
verb
  1. (overgankelijk) de oorzaak of reden van iets bestuderen
onderzoeken
Cross Translation:
FromToVia
onderzoeken explorer explore — to examine or investigate something systematically
onderzoeken découvrir; savoir find out — to discover
onderzoeken étudier investigate — to inquire into, study
onderzoeken inspecter survey — to inspect; to examine
onderzoeken enquêter untersuchen — etwas analysieren oder erforschen, sich etwas sehr genau anschauen, um es zu verstehen