Dutch
Suggestions for agaceren in Dutch
Spelling Suggestions for: agaceren
Wiktionary Translations for agaceren:
agaceren
verb
-
affecter d’une irritation nerveuse.
External Machine Translations:
French
Detailed Translations for agaceren from French to Dutch
agaceren: (*Using Word and Sentence Splitter)
- agacer: kwellen; koeioneren; narren; pesten; lastigvallen; uitdagen; plagen; teisteren; zieken; treiteren; tarten; stangen; tergen; sarren; jennen; vervelen; ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; aanwakkeren; stoken; opstoken; poken; aanblazen; aanstoken; oppoken
- rené: herboren
- agacé: geirriteerd; stuurs; kribbig; kregelig
Spelling Suggestions for: agaceren
External Machine Translations: