Broek: translate Dutch

Summary

Dutch to French: more detail...

broek:
- pantalon; culottes
Wiktionary:
- broek → pantalon, culotte, futal, marais, marécage
- broek → pantalon, marécage, marais

Dutch

Detailed Translations for broek from Dutch to French

kledingstuk met twee pijpen dat om je benen en je billen zit¹
- ze draagt een broek als het koud is¹

broek

noun

een kledingstuk met twee afzonderlijke pijpen voor beide benen
- broek → pantalon

broek

noun

Traductions à trier suivant le sens
- culotte → broek; korte broek; kniebroek; onderbroek
(familier, fr) pantalon
- futal → broek
Étendue humide (1)
- marais → moeras; broek; drasland
étendue de terre saturée d'eau pendant la plus grande partie de l'année, et dont la surface du sol n'est généralement recouverte que d'une faible profondeur d'eau.
- marécage → broek; drasland; moer; moeras
vête|fr long culotte qui descendre jusque sur le cou-de-pied.
- pantalon → broek; lange broek; pantalon

Cross Translation:

From	To	Via
• broek	→ pantalon	↔ pants — garment covering the body from the waist downwards
• broek	→ marécage; marais	↔ swamp — type of wetland