Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. aaneenschakeling:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aaneenschakeling from Dutch to French

aaneenschakeling:

aaneenschakeling [de ~ (v)] noun

  1. de aaneenschakeling (keten; reeks; serie; rij)
    la série
  2. de aaneenschakeling (ketting; keten; snoer)
    la chaîne; le collier; la chaînette; la séquence; le cycle; l'enchaînement
  3. de aaneenschakeling (opeenvolging)
    la succession; l'ordre; la suite; la série
  4. de aaneenschakeling (samenvoeging; samentrekking)
    le succession; l'enchaînement; l'embranchement; l'addition

Translation Matrix for aaneenschakeling:

NounRelated TranslationsOther Translations
addition aaneenschakeling; samentrekking; samenvoeging aanhangsel; aantekening; aanvulling; addendum; appendix; bijmenging; bijtelling; bijvoegen; bijvoeging; bijvoegsel; completering; factuur; nota; notitie; optelling; optelsom; rekening; samentelling; samenvoeging; som; supplement; suppletie; tel; tellen; toevoegen; toevoeging; toevoegsel; uitbreiding; voltooiing; vulling; vulsel; vulstof
chaîne aaneenschakeling; keten; ketting; snoer aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; halsketting; halssieraad; halssnoer; keten; ketting; kettinkje; kluister; net; netwerk; schering; sneeuwketting; tekenreeks; televisiekanaal
chaînette aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
collier aaneenschakeling; keten; ketting; snoer collier; gareel; halsband; halsketting; halssnoer; harnas; ketting; kettinkje; leiband; toom; tuig
cycle aaneenschakeling; keten; ketting; snoer cyclus; epoch; epoche; era; fase; fiets; kringloop; ontwikkelingsstadium; periode; reeks; rijwiel; serie; stadium; tijdkring; tijdperk; tijdsgewricht; tijdsverloop; tijdvak
embranchement aaneenschakeling; samentrekking; samenvoeging afrit; aftakking; driesprong; knooppunt; kruispunt; onderafdeling; samenstroming; samenvloeiing; splitsing; spruitstuk; tweesprong; verkeersknooppunt; vertakking; wegsplitsing; zijspoor
enchaînement aaneenschakeling; keten; ketting; samentrekking; samenvoeging; snoer aaneenschakelen; halssieraad; keten; ketting; schakeling
ordre aaneenschakeling; opeenvolging aanwijzing; arrangement; betamelijkheid; bevel; bevelschrift; commando; consigne; dwangbevel; fatsoen; fatsoenlijkheid; gebod; gelid; graad; hiërarchie; indeling; instructie; keurigheid; klasse; maatschappelijke klasse; netheid; niveau; onberispelijkheid; opbouw; opdracht; opgeruimdheid; opstelling; orde; ordelijkheid; ordening; order; organisatie; peil; properheid; rang; rangorde; rangschikking; regelmaat; samenstelling; schikking; slag; smetteloosheid; specialisatie; specialisme; stand; structuur; systeem; taak; vakgebied; volgorde; voorschrift; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
succession aaneenschakeling; opeenvolging; samentrekking; samenvoeging boedel; erfboedel; erfenis; erfgoed; erfopvolging; legaat; nalatenschap; opvolging; successie
suite aaneenschakeling; opeenvolging conclusie; cyclus; eindsom; gehoor; gevolg; gevolg geven aan; gevolgtrekking; hotelsuite; ontvangkamer; opvolging; programmapakket; reeks; salon; serie; sleep; slotsom; successie; suite; tijdkring; vervolg; voortzetting
séquence aaneenschakeling; keten; ketting; snoer cyclus; reeks; sequens; sequentie; serie; tijdkring; vervolgdeel
série aaneenschakeling; keten; opeenvolging; reeks; rij; serie cyclus; gamma; reeks; scala; serie; spectrum; tijdkring
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
enchaînement tekstdoorloop

Related Words for "aaneenschakeling":


Wiktionary Translations for aaneenschakeling:

aaneenschakeling
Cross Translation:
FromToVia
aaneenschakeling chaîne chain — series of interconnected things
aaneenschakeling enchaînement concatenation — series of links united