Summary
Dutch
Detailed Translations for schillen from Dutch to French
schillen:
-
schillen (pellen; jassen)
éplucher; peler; se peler-
éplucher verb (épluche, épluches, épluchons, épluchez, épluchent, épluchais, épluchait, épluchions, épluchiez, épluchaient, épluchai, épluchas, éplucha, épluchâmes, épluchâtes, épluchèrent, éplucherai, éplucheras, épluchera, éplucherons, éplucherez, éplucheront)
-
peler verb (pèle, pèles, pelons, pelez, pèlent, pelais, pelait, pelions, peliez, pelaient, pelai, pelas, pela, pelâmes, pelâtes, pelèrent, pèlerai, pèleras, pèlera, pèlerons, pèlerez, pèleront)
-
se peler verb
-
Conjugations for schillen:
o.t.t.
- schil
- schilt
- schilt
- schillen
- schillen
- schillen
o.v.t.
- schilde
- schilde
- schilde
- schilden
- schilden
- schilden
v.t.t.
- heb geschild
- hebt geschild
- heeft geschild
- hebben geschild
- hebben geschild
- hebben geschild
v.v.t.
- had geschild
- had geschild
- had geschild
- hadden geschild
- hadden geschild
- hadden geschild
o.t.t.t.
- zal schillen
- zult schillen
- zal schillen
- zullen schillen
- zullen schillen
- zullen schillen
o.v.t.t.
- zou schillen
- zou schillen
- zou schillen
- zouden schillen
- zouden schillen
- zouden schillen
en verder
- ben geschild
- bent geschild
- is geschild
- zijn geschild
- zijn geschild
- zijn geschild
diversen
- schil!
- schilt!
- geschild
- schillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for schillen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
peaux | schillen | dierenhuiden; huiden; vellen |
Verb | Related Translations | Other Translations |
peler | jassen; pellen; schillen | afschilferen; schilferen; vervellen |
se peler | jassen; pellen; schillen | |
éplucher | jassen; pellen; schillen | doppen; pellen |
Related Words for "schillen":
Wiktionary Translations for schillen:
schillen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schillen | → éplucher; peler | ↔ pare — To remove the outer covering or skin of something with a knife |
• schillen | → rogner | ↔ pare — To reduce or trim something (as if) by cutting off |
• schillen | → peler; éplucher; décortiquer | ↔ peel — to remove skin |
• schillen | → distinguer | ↔ unterscheiden — (reflexiv) sich (von etwas/ jemandem) unterscheiden: anders sein (als etwas/ jemand) |
schillen form of schil:
Translation Matrix for schil:
Noun | Related Translations | Other Translations |
brou | bolster; dop; schaal; schil | |
cosse | peul; schil; vel | |
gousse | peul; schil; vel | peulvrucht |
peau | peul; schil; vel | dun huidje; hachje; huid; membraan; omhulling; schaal; schelp; vel; velletje; vlies |
pelure | peul; schil; vel | |
écale | bolster; dop; schaal; schil | bast; schors |
écorce | peul; schil; vel | bast; boomschors; korst; korstje; kurk; omhulling; roof; schaal; schelp; schors; stukje schors; wondkorst |