Noun | Related Translations | Other Translations |
droiture
|
getrouwheid; loyaliteit; trouw; trouwhartigheid
|
braafheid; degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid; eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid
|
fidélité
|
getrouwheid; loyaliteit; trouw; trouwhartigheid
|
beeldkwaliteit; gelovigheid; godsvrucht; godvrezendheid; godvruchtigheid; kerksgezindheid; kerksheid; vroomheid
|
franchise
|
getrouwheid; loyaliteit; trouw; trouwhartigheid
|
directheid; onbevangenheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid; vrijmoedigheid
|
honnêteté
|
getrouwheid; loyaliteit; trouw; trouwhartigheid
|
braafheid; degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; directheid; eerbaarheid; eerlijkheid; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rechtschapenheid; rondborstigheid; rondheid
|
intégrité
|
getrouwheid; loyaliteit; trouw; trouwhartigheid
|
eerlijkheid; gaafheid; gegevensintegriteit; integriteit; onkreukbaarheid; oprechtheid; rechtschapenheid; status
|
loyauté
|
getrouwheid; loyaliteit; trouw; trouwhartigheid
|
directheid
|