Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. aanzoeken:


Dutch

Detailed Translations for aanzoeken from Dutch to French

aanzoeken:

aanzoeken verb (zoek aan, zoekt aan, zocht aan, zochten aan, aangezocht)

  1. aanzoeken (vragen; verzoeken; aanvragen; uitnodigen)
    demander; prier; requérir; solliciter; exiger; supplier
    • demander verb (demande, demandes, demandons, demandez, )
    • prier verb (prie, pries, prions, priez, )
    • requérir verb (requiers, requiert, requérons, requérez, )
    • solliciter verb (sollicite, sollicites, sollicitons, sollicitez, )
    • exiger verb (exige, exiges, exigeons, exigez, )
    • supplier verb (supplie, supplies, supplions, suppliez, )

Conjugations for aanzoeken:

o.t.t.
  1. zoek aan
  2. zoekt aan
  3. zoekt aan
  4. zoeken aan
  5. zoeken aan
  6. zoeken aan
o.v.t.
  1. zocht aan
  2. zocht aan
  3. zocht aan
  4. zochten aan
  5. zochten aan
  6. zochten aan
v.t.t.
  1. heb aangezocht
  2. hebt aangezocht
  3. heeft aangezocht
  4. hebben aangezocht
  5. hebben aangezocht
  6. hebben aangezocht
v.v.t.
  1. had aangezocht
  2. had aangezocht
  3. had aangezocht
  4. hadden aangezocht
  5. hadden aangezocht
  6. hadden aangezocht
o.t.t.t.
  1. zal aanzoeken
  2. zult aanzoeken
  3. zal aanzoeken
  4. zullen aanzoeken
  5. zullen aanzoeken
  6. zullen aanzoeken
o.v.t.t.
  1. zou aanzoeken
  2. zou aanzoeken
  3. zou aanzoeken
  4. zouden aanzoeken
  5. zouden aanzoeken
  6. zouden aanzoeken
diversen
  1. zoek aan!
  2. zoekt aan!
  3. aangezocht
  4. aanzoekende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanzoeken:

NounRelated TranslationsOther Translations
demander aanspraak maken op; aanvragen; claim; opgeven
VerbRelated TranslationsOther Translations
demander aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen aanspraak maken op; aanvragen; bevragen; bidden; eisen; in gebed zijn; navragen; opeisen; opvorderen; opvragen; rekwestreren; rekwireren; soebatten; vereisen; vergen; verlangen; verzoeken; vorderen; vraag stellen; vragen
exiger aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen aanspraak maken op; aanspraak op maken; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vereisen; vergen; verlangen; vorderen
prier aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen aanvragen; bevragen; bidden; in gebed zijn; rekwestreren; smeken; soebatten; verzoeken; vragen
requérir aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen aanspraak maken op; aanspraak op maken; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; rekwisiteren; vereisen; vergen; verlangen; vorderen
solliciter aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen aandringen; aanvragen; beroep doen op; bevragen; rekwestreren; solliciteren; verzoeken; vragen
supplier aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen bidden; in gebed zijn; smeken; soebatten; verzoeken; vragen