Summary


Dutch

Detailed Translations for abonnement from Dutch to French

abonnement:

abonnement [het ~] noun

  1. het abonnement (jaarkaart)
  2. het abonnement (seizoenkaart)
  3. het abonnement (subscriptie; intekening)
    la souscription
  4. het abonnement
    l'abonnement
  5. het abonnement
    l'abonnement; la souscription

Translation Matrix for abonnement:

NounRelated TranslationsOther Translations
abonnement abonnement; seizoenkaart abonnementsgeld; abonnementskosten
abonnement annuel abonnement; jaarkaart jaarabonnement
abonnement saisonnier abonnement; seizoenkaart
carte annuelle abonnement; jaarkaart; seizoenkaart
carte pour la saison abonnement; jaarkaart; seizoenkaart
inscription abonnement; seizoenkaart aanmelden; aanmelding; bijschrift; boeking; certificaatinschrijving; inschrijving; inscriptie; legenda; onderschrift; opgave; opschrift; registratie
souscription abonnement; intekening; seizoenkaart; subscriptie autogram; bijschrift; handtekening; legenda; onderschrift; ondertekening; signatuur; tekening

Related Words for "abonnement":


Wiktionary Translations for abonnement:

abonnement
noun
  1. een contract waarbij een persoon op geregelde tijden (bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks) een tijdschrift of dergelijke ontvangt
abonnement
noun
  1. Contrat de fourniture, convention ou marché de service forfaitaire qui se fait d’avance pour une période donnée, par lequel on paie à un prix déterminé ce qui se payer d’ordinaire successivement et par portion avec un échéancier de facturation convenu à la [

Cross Translation:
FromToVia
abonnement abonnement Anrecht — ein Abonnement im Theater, Konzerthaus oder in der Oper
abonnement abonnement Abonnement — meist durch Vorauszahlung gesichertes Anrecht auf (meist) regelmäßige Inanspruchnahme bestimmter Leistungen oder Waren